Rustug! @ Jomtien Beach

25 april 2011 - Kuala Lumpur, Maleisië

SAWÀT DII KHRÁP!!!

Wegens omstandigheden (zie hierna) heb ik de laatste maand van mijn wereldreis niet in Sri Lanka en Indonesië doorgebracht, maar in Thailand. Dit vond ik overigens niet zo heel erg, want echt veel energie om te reizen had ik eerlijk gezegd niet meer. Ik had behoefte aan rust, want het hoge tempo waarin ik het afgelopen jaar heb gereisd (gemiddeld verbleef ik in iedere plaats slechts twee dagen) breekt je op een bepaald moment op. Bovendien ga ik in augustus en september hoogstwaarschijnlijk alsnog naar deze landen, dus echt veel mis ik niet. Net als alle andere keren dat er een gat in mijn planning viel, heb ik ook nu weer besloten de ‘extra’ tijd door te brengen in Jomtien. Dit niet alleen vanwege de relaxede sfeer hier, maar ook vanwege de goede accommodatie (steeds in een vochtig hok zonder ramen en airco en met schimmel op de gedeelde badkamer zonder warm water te moeten zitten is ook niet alles), het strand (onmisbaar als je gedurende langere tijd op één plek verblijft; je gaat je anders al heel snel vervelen) en de vele restaurants, bars, massagesalons en winkels. Het is dan wel een beetje toeristisch (naburig Pattaya is de meest toeristische plaats in Thailand), maar geef toe, op zijn tijd kan ook dit wel eens relaxed zijn.

Dag 379: Bangkok, Thailand

Voordat ik in de avond vanuit Victoria Monument een minibusje naar Jomtien heb genomen, heb ik eerst nog even wat op Khao San Road geshopt. Verder heb ik ook nog een bezoek gebracht aan Wat Bowanniwet en ben ik nog even gaan shoppen in de winkelcentra in Siam Centre. In Jomtien arriveerde ik pas laat in de avond, waardoor ik er niks meer heb kunnen doen.

Dag 380 t/m 391: Pattaya, Thailand

In Jomtien heb ik vooral gechillt. Doordat ik zowat iedere dag wel een aantal uur op het strand heb gelegen heb ik een goed kleurtje gekregen. En dat was ook wel nodig, want na Nieuw-Zeeland was mijn tint die ik op de Zuid-Thaise eilanden in de Andaman Zee had opgedaan weer zo goed als verdwenen. Op drie van de twaalf dagen in Jomtien ben ik niet naar het strand geweest. Één dag niet omdat ik ziek was (heb drie dagen hevige koorts gehad), één dag niet omdat het veel te koud was (het was veruit de koudste dag die ik ooit in Thailand heb meegemaakt; een trui had serieus niet misstaan); en één dag (mijn laatste dag in Jomtien) niet omdat het weer niet zo goed was en ik bovendien nog een aantal zaken moest regelen. Op één van deze dagen ben ik in plaats van het strand gaan shoppen in Pattaya. Naast dat heb ik op die dag ook nog een wandeling door Jomtien gemaakt. In Pattaya ben ik ook nog een tweede dag gaan shoppen, maar naast dat en het strand heb ik er ditmaal vrijwel geen bezienswaardigheden bezocht (alleen Wat Mai Had Krating Thong in Jomtien).

Dag 392: Bangkok, Thailand

Vanmorgen heb ik de bus naar Ekkamai in Bangkok genomen, van waaruit ik met de skytrain naar National Stadium ben gereisd. Hier, in Siam Centre, checkte ik in bij mijn accommodatie waar ik ook reeds in juni en november verbleef. De rest van de dag heb ik geshopt in de winkelcentra van Siam Centre. In één van deze winkelcentra, Siam Paragon (het grootste in Azië), stonden voor de Hermés winkel tientallen Thaj. Zonder te weten wat er aan de hand was liep ik door de menigte heen waarna ik bijna op twee Thaise celebrity botste. Ik had geen idee wie het waren, maar dat ze bekend waren was – gezien de tientallen camera’s die op hun gezicht waren gericht– overduidelijk. Uiteraard bleef ook ik even kijken, want het uitzicht was nu niet bepaald verkeerd (waarschijnlijk waren het actrices of zangeressen). ’s Avonds ben ik op tijd gaan slapen, want ik voelde me de hele dag al niet zo lekker.

Dag 393: Kuala Lumpur, Maleisië

Vanmiddag ben ik om 12.10 uur naar Kuala Lumpur gevlogen. Mijn vlucht naar Colombo was echter pas de volgende morgen om 6.20 uur, waardoor ik noodgedwongen de rest van de dag op de luchthaven heb moeten zitten. Ook de nacht heb ik op de luchthaven doorgebracht, wat overigens alles behalve comfortabel was. De stoelen waren namelijk niet gestoffeerd en door de armleuningen tussen de verschillende stoelen kon je er ook nog niets eens op liggen.

Dag 394: Pattaya, Thailand

Vanmorgen – of eigenlijk vannacht – ben ik om 4.20 uur opgestaan, omdat ik dus om 6.20 uur mijn vlucht naar Colombo in Sri Lanka had. Ik was echter zo ‘slim’ geweest om de tijd op mijn telefoon niet aan de lokale tijd aan te passen (in Maleisië is het één uur later dan in Thailand), waardoor ik dus eigenlijk niet om 4.20 uur, maar om 5.20 uur wakker werd. Gevolg was dat de incheckbalie inmiddels al was gesloten of in andere woorden: ik had mijn vlucht naar Colombo gemist. Aargh!!! Hoe kan ik nu zo stom zijn?!? Na een half pakje peuken leeg te hebben gepaft van de stress werd het tijd om na te gaan denken over wat nu te gaan doen. Ik had een aantal opties: 1) de volgende dag naar Colombo vliegen; 2) naar Kuala Terengganu vliegen, van daaruit over land terug naar Kuala Lumpur afreizen, onderweg hiernaartoe een bezoek brengen aan Pulau Perhentian, Pulau Redang en Pulau Tioman, en vanuit Kuala Lumpur op 2 april 2011 weer naar Bali vliegen; 3) mijn vlucht naar Bali omboeken naar een eerdere datum; en 4) terug naar Bangkok vliegen, tot na Songkhran (15 april; het Thaise Nieuwjaar) in Thailand blijven, vanuit Thailand over land terug naar Kuala Lumpur afreizen, en onderweg hiernaartoe een bezoek brengen aan Pulau Perhentian en Pulau Tioman. Het was geen gemakkelijke keuze, want sommige opties zouden betekenen dat ik Sri Lanka en/of Indonesië niet zou zien, maar na lang wikken en wegen heb ik voor de vierde optie gekozen. De eerste optie was namelijk te duur (een vlucht naar Colombo op de volgende dag kostte 503 Maleisische ringgit, zo’n 120 euro) en bovendien had ik niet veel zin om nog eens 24 uur op de luchthaven te moeten wachtten. Daarnaast zou ik bij deze optie ook nog eens een hele reisdag op Sri Lanka missen; dit terwijl mijn tijd daar al erg beperkt was (8 dagen). Optie 2 en optie 3 trokken me – ondanks dat ze beter betaalbaar waren (333 Maleisische ringgit, zo’n 80 euro, voor optie 2, en 369 Maleisische ringgit, zo’n 85 euro, voor optie 3) – eerlijk gezegd niet zo: optie 2 niet doordat ik geen zin had om veel met de bus te moeten reizen en optie 3 niet doordat de Indonesische bestemmingen me niet zo interessant leken. Behalve Bali en Borobodur zou ik op Java namelijk vooral de minder interessante steden gaan bezoeken en Sumatra leek me daarentegen nog minder interessant. Vijf weken Indonesië leek me dan ook wat lang, waardoor ik heb besloten mijn reeds geboekte vlucht naar Bali niet naar een eerdere, maar naar een latere datum (11 augustus 2011) om te boeken (mijn terugvlucht uit Sri Lanka van Colombo naar Kuala Lumpur boek ik ook om naar een latere datum). Ik wilde in augustus toch al misschien naar Bali en zodoende kan ik zo toch nog een bezoek brengen aan Bali en Borobodur zonder dat ik het volledige bedrag van de reeds geboekte vlucht kwijt ben. Optie 4 was weliswaar ook duur (455 Maleisische ringgit, zo’n 110 euro), maar had als grote voordeel boven de andere opties dat ik niet veel meer hoefde te reizen want daar had ik eigenlijk niet zo heel veel energie meer voor. Na lang wikken en wegen is het dan ook deze laatste, vierde optie geworden. Om 10.40 uur vloog ik terug naar Bangkok, van waaruit ik in de middag de bus vanuit het vliegveld naar Jomtien heb genomen. Hier aangekomen bleek dat de kamer waarin ik de voorbije twee weken ben verbleven al door iemand anders was gereserveerd, waardoor ik noodgedwongen op zoek moest naar nieuwe accommodatie. Net als voorheen bleek er echter niets onder de 500 Thaise bath (zo’n 12 euro) per nacht verkrijgbaar en al deze kamers vielen ook nog eens in het niet bij het goedkopere ‘penthouse’ (slechts 430 Thaise bath, zo’n 10 euro, per nacht) waarin ik normaliter verblijf. Gelukkig belde – net toen ik in een andere kamer wilde trekken – de eigenaar van het ‘penthouse’ me op. Hij had de vrouw die de kamer had gereserveerd opgebeld en ze had zich bedacht; haar man had niet veel zin om naar een andere kamer te verhuizen. Zodoende kon ik de laatste maand van mijn wereldreis toch nog op een chille kamer overnachten.

Dag 395 t/m 424: Pattaya, Thailand

Mijn dagindeling in Jomtien zag er, afgezien van de eerste week, nagenoeg hetzelfde uit als de voorbije twee weken. Iedere dag ben ik er wel een aantal uur naar het strand geweest, iedere avond ben ik er gaan uiteten in één van de vele restaurant die Jomtien rijk is, de meeste avonden ben ik er ook iets gaan drinken in Soi White House en verder ben ik er ook nog regelmatig even wat gaan shoppen in Pattaya. Niet veel bijzonders dus. De eerste week was het een beetje behelpen om de dag door te komen, want het was voor Thaise begrippen erg koud waardoor ik overdag niet naar het strand kon gaan. Één van deze dagen was het zelfs zo koud (minimumtemperatuur 15 graden, maximumtemperatuur 21 graden) dat iedereen jassen droeg, iets wat ik tot nu toe in Zuidoost-Azië nog alleen in Hanoi had gezien. In de eerste week heb ik wel nog één dag een brommer gehuurd. Ik ben hiermee naar Na Jomtien gereden en op de terugweg over Sukhumvit Road naar Mini Siam stopte ik nog even bij de Drijvende Markt, een tempel, een moskee en een kerk. Mini Siam is een Thaise versie van het Nederlandse Madurodam en stelt niet alleen heel veel bekende Thaise bouwwerken tentoon (bijvoorbeeld de Brug over de Rivier de Kwai in Kanchanaburi; Wat Mahathat in Sukhothai; Wat Phra Srisunpetch in Ayutthaya; en Golden Mountain, de Rama IX Kabelbrug, Don Meuang, Hualampong, Democracy Monument, Victory Monument, Wat Phra Keow, Wat Arun en de Anantasmakom Hal in Bangkok), maar daarnaast ook de nodige buitenlandse wereldwonderen, waaronder de Arc de Triomf en de Eiffeltoren in Parijs, het Opera Huis in Sydney, het Merlion-beeld in Singapore, de Dom in Keulen, de Trevifontein in Rome, Abu Simbel in Egypte, de Toren van Pisa in Pisa, het Colosseum in Rome, het Vrijheidsbeeld in New York, Kasteel Neuschwanstein in Duitsland, de Sint Basiliuskathedraal in Moskou, het Christusbeeld in Rio de Janeiro, het Parthenon in Athene, Mount Rushmore in de VS, het Atomium in Brussel en Angkor Wat in Cambodja. Verder ben ik in de vierde en laatste week ook nog een dag naar Ko Larn geweest, waar ik op Tien Beach heb gechillt. Het duurde dan wel zo’n dikke twee uur om dit eiland te bereiken (dit terwijl Jomtien Beach direct aan de overkant van de weg is wanneer je bij mij de soi uitloopt), maar dan heb je wel ook wat, want de stranden zijn er wit en het water helder (dit in tegenstelling tot het water in Jomtien, dat tot één van de smerigste mag worden gerekend waarin ik ooit heb gezwommen).

Dag 425: Bangkok, Thailand

Vanmiddag heb ik om 3 uur de bus naar het zuidelijke busstation van Bangkok genomen. Ik hoopte hier om half 6 een eersteklas bus – die niet alleen qua prijs-kwaliteitverhouding, maar ook qua vertrektijd gunstiger was dan de tweedeklas en VIP bussen – naar Hat Yai te nemen, maar doordat ik pas ruim na vijven op het busstation arriveerde bleek dit helaas niet meer mogelijk. Dan maar een andere bus met een gunstige vertrektijd (zo vroeg mogelijk, want ik had de volgende ochtend om 9 uur een ticket voor de bus van Hat Yai naar Kuala Lumpur gereserveerd). Bij de ticketverkoop, tientallen kraampjes van verschillende busmaatschappijen naar verschillende plaatsen temidden van een winkelcentrum, was het behoorlijk druk en chaotisch. Ik zag zo snel vier kraampjes die bustickets naar Hat Yai verkochten. Twee hiervan waren echter al gesloten, hun bussen waren al vol. Bleven er nog twee over, één van de tweedeklas bus en één van de VIP bus. Aanvankelijk had ik niet zo’n hoge verwachtingen van de tweedeklas bus waardoor ik deze bij voorkeur niet wilde nemen, maar doordat voor het kraampje van de VIP bus een meterslange rij stond en ik niet het risico wilde nemen dat wanneer ik in deze rij zou aansluiten dadelijk alle bussen vol zouden zijn, besloot ik toch maar voor de tweedeklas bus te kiezen. Of was dit niet verstandig nu alle locals de tweedeklas bus overduidelijk meden en voor de dubbel zo dure VIP bus kozen? De tweede klas bus ging namelijk ook naar Songkhla en ik wist niet meer zeker of dit één van de vier zuidelijkste provincies van Thailand was waar bijna dagelijks (dodelijke) slachtoffers vallen bij bomaanslagen, brandstichting en gerichte moordaanslagen. Volgens mij wel, maar goed veel keus had ik niet wilde ik Kuala Lumpur over land nog op tijd bereiken. Ik kocht daarom voor slechts 535 Thaise bath (zo’n 12 euro) een ticket voor de bus om 19.10 uur naar Hat Yai, waar we de volgende ochtend om 8 uur zouden arriveren. De bus zelf, met de tekst ‘Yala’ (één van de vier bovengenoemde provincies) erop en vol beschadigingen, gaf aanvankelijk niet veel goede hoop, maar eenmaal onderweg bleek het heel goed te doen. De stoelen kon je enorm ver naar achter klappen en ik had ook meer dan voldoende beenruimte. Voor dekens was er ook gezorgd, dus ik heb een goede nachtrust gehad.

Dag 426: Kuala Lumpur, Maleisië

De volgende ochtend, arriveerden we veilig, maar wel veel te laat (om half 10) in Hat Yai. Mijn bus naar Kuala Lumpur had ik dus gemist, maar gelukkig had ik – doordat ik dit in de bus al zag aankomen – al een heel rampenscenario bedacht. Één van die scenario’s bestond uit het reserveren van een ticket bij een andere busmaatschappij die die ochtend bussen naar Kuala Lumpur had. Toen ik hen opbelde bleken de bussen van half 10 en 10 uur al volgeboekt te zijn, maar in de bus van 12 uur was wel nog een plek beschikbaar. Vraag was echter of ik hiermee op tijd in Kuala Lumpur zou geraken om mijn vlucht naar Londen om 1.15 uur de volgende dag te halen, want de busrit naar Kuala Lumpur zou zo’n 10 uur in beslag nemen. Daar komt nog eens bij dat het vanuit het busstation in Kuala Lumpur ook nog een uur met de taxi naar het vliegveld is en dan is er ook nog het tijdsverschil tussen Thailand en Maleisië (in Maleisië is het één uur later; dat vergeet ik niet snel meer). Ik had me dan wel al online ingecheckt, maar de bagage moest nog steeds uiterlijk om 0.15 uur worden gedropt, en als de bus ook maar enige vertraging zou hebben – wat niet ondenkbaar is in Azië, zeker over een dergelijke lange afstand – zou ik mijn vlucht naar Londen dus missen. Aangezien er niet veel andere opties waren (ik verwachte namelijk dat de bus van 11 uur van de busmaatschappij waarbij ik een ticket had gereserveerd voor de bus van 9 uur ook al vol was, en dat ik de vlucht vanuit Hat Yai naar Kuala Lumpur om 12.35 uur gezien de late aankomst in Hat Yai ook niet meer zou halen), besloot ik toch maar een ticket voor de bus van 12 uur te reserveren. Ik kon dan altijd nog later beslissen of ik deze bus zou nemen of voor het laatste scenario van mijn rampenplan – per bus naar Pulau Penang afreizen en hopen dat hier nog een beschikbare vlucht naar Kuala Lumpur zou zijn waarmee ik nog op tijd mijn vlucht naar Londen zou kunnen halen – zou kiezen. Maar alvorens ik deze keuze zou maken wilde ik onder het motto ‘wie niet waagt, wie niet wint’ toch nog een poging wagen bij de busmaatschappij die een bus om 11 uur naar Kuala Lumpur had. Toen ik hen vóór 9 uur opbelde bleek dat er in de bus van 9 uur helemaal geen plaats meer was; het door mij gereserveerde ticket hadden ze al vergeven. Lekker dan, stel ik had de bus van 9 uur nog kunnen halen, dan had ik – als de andere bussen die dag al vol waren – hierdoor dus mooi mijn vlucht naar Londen gemist. Wel hadden ze in plaats van een ticket voor de bus van 9 uur een ticket voor de bus van 11 uur voor me gereserveerd. Ik zou hiermee om 21.00 uur, uiterlijk 21.30 uur Maleisische tijd in Kuala Lumpur arriveren en dit zou, mits de bus geen vertraging zou hebben, ruim op tijd moeten zijn om mijn vlucht naar Londen te halen. En gelukkig maar dat ik tóch had besloten om in de bus al naar hen te bellen, want op hun kantoor aangekomen bleek dat de bus van 11 uur inmiddels ook al vol was. Het was vandaag maandag en dan gaan altijd veel Maleisiërs terug naar Maleisië. Nadat ik nog even snel wat geld had gewisseld (voor het geval dat de bus vertraging zou hebben; hier zou in dat geval in Maleisië immers geen tijd meer voor zijn als ik met spoed een taxi naar het vliegveld zou moeten nemen) en nog wat had gegeten vertrok ik om 11 uur richting de Thais-Maleisische grens. Hier moest ik 1000 Thaise bath (zo’n 23 euro; 500 Thaise bath, zo’n 12 euro, per dag) boete betalen, omdat ik twee dagen te lang in Thailand was verbleven (mijn visum eindige namelijk op 23 april 2011, het was vandaag 25 april 2011). De rest van de busrit verliep, afgezien van twee bijna botsingen, probleemloos en ging net als de busrit van Bangkok naar Hat Yai overigens, ook heel erg snel voorbij; ditmaal echter niet door de goede nachtrust, maar door de films die gedurende de gehele rit vertoond werden. Om 20.30 uur arriveerden we gelukkig ruim op tijd op het busstation in Kuala Lumpur, van waaruit ik met de LRT naar KL Sentral ben gereisd. Van hieruit nam ik de sneltrein naar het vliegveld, waar ik rond half 11 arriveerde. Een sterk staaltje Just In Time planning dus. Want doordat ik vanuit Bangkok niet met het vliegtuig naar Kuala Lumpur ben gereisd, maar met bussen, heb ik me zo toch mooi ruim 3500 Thaise bath (zo’n 80 euro) bespaard; dit terwijl het me effectief niet veel extra tijd heeft gekost. Aan mijn laatste dag op wereldreis, kwam met het nemen van mijn vlucht om 1.15 uur naar Londen, ook een einde. Morgen zal ik hier in de ochtend arriveren, waarna ik er nog tot in de avond zal moeten wachten op mijn vlucht naar Düsseldorf. Hier zal ik na 428 dagen (inclusief de dag waarop ik van Eindhoven naar Londen en van Londen naar Delhi ben gevlogen en de dag waarop ik van Kuala Lumpur naar Londen en van Londen naar Düsseldorf ben gevlogen, die ik overigens beiden niet in mijn reisverslag heb opgenomen), oftewel ruim 14 maanden, weer herenigd worden met mijn familie en vrienden. Ik keer met gemengde gevoelens terug, want van de ene kant ben ik natuurlijk hartstikke blij om iedereen weer te zien, maar van de andere kant besef ik ook heel erg goed dat er nu een einde is gekomen aan iets waar ik misschien nooit meer de kans voor zal krijgen in mijn leven.