Buddha overdose @ Myanmar

1 december 2010 - Mandalay, Myanmar

MIN-GĂLA-BA!!!

Dag 267 t/m 271: Pattaya, Thailand

Over mijn dagen in Jomtien kan ik eigenlijk heel kort zijn, want echt veel heb ik er niet uitgevoerd. Zo af en toe heb ik dan wel wat aan mijn scriptie gedaan, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Wel heb ik er nog één avond Loi Krathong gevierd, dat na het Thaise nieuwjaar (Songkran) op 13 april het meest populaire festival is. Dit was een belevenis op zich nu het hele strand in Jomtien vol zat met locals die er dineerden, alcohol dronken, vuurwerk afstaken, krathongs te water lieten en lucky balloons de lucht in lieten. Je kwam er werkelijk ogen te kort, zoveel was er te beleven. Aanvankelijk wilde ik op diezelfde avond ook nog naar Pattaya gaan, omdat de festiviteiten daar nog grootser zouden zijn, maar daar is het nooit van gekomen. Met mijn bovenburen uit Kerkrade (hoe toevallig) bleef ik namelijk plakken op het strand in Jomtien, waar we onder het genot van een biertje de lokale manie aanschouwden.

Dag 272: Ko Si Chang, Thailand

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik – alvorens ik naar Bangkok zou afreizen – nog een bezoek aan Ko Si Chang wilde hebben gebracht. De verhuurder van de kamer waarin ik de afgelopen acht nachten in verbleef bracht me naar het busstation in Pattaya. Vanuit hier nam ik een bus naar Si Racha en vervolgens heb ik vanuit de pier van Si Racha de veerboot naar Ko Si Chang genomen. Tegen de middag arriveerde ik op het eiland waar ik een brommer huurde om het eiland mee te gaan verkennen. Allereerst ben ik naar de Khao Yai Godschrijn in de Chinese Tempel gereden. In de buurt van deze tempel lag ook Boeddha’s Voetafdruk. Na mijn bezoek aan de Chinese Tempel ben ik naar Tham Chakrapong en het Gele Beeld van Boeddha gereden. Net als bij de Chinese Tempel had je ook hier weer mooie uitzichten over het eiland en de vrachtschepen voor de kust. De laatste religieuze bestemming die vandaag op het programma stond was Wat Tham Yai Prik. Op het internet las ik dat je in dit meditatiecentrum de restanten van de moeder van één van de nonnen zou moeten kunnen zien, maar die zag ik zelf helaas niet. Wel zag ik even voor mijn bezoek aan Wat Tham Yai Prik een varaan van zo’n twee meter over de weg lopen. Een vrouwtje vertelde me dat deze hier iedere dag kwam en dat ze hem zelfs wel eens voerde. Verder vertelde ze me ook dat er op het eiland nog veel meer varanen waren. Niets bleek minder waar: na mijn bezoek aan Haad Tham Phang, eigenlijk het enigste strand op het eiland, zag ik er op weg naar het Phra Judhadhur Paleis wederom één over de weg lopen. Om 6 uur ’s avonds heb ik de veerboot terug naar Si Racha genomen, van waaruit ik om 19.20 uur een bus naar Bangkok nam. In Bangkok kwam ik in de avond aan, waarna ik in Little Arabia op zoek ben gegaan naar goedkope accommodatie. Helaas bleek het onmogelijk om hier voor 500 Thaise bath (zo’n 12,50 euro) een kamer te vinden, maar helemaal voor niets was mijn bezoek aan Little Arabia gelukkig niet. Het was namelijk erg leuk om eens door deze bijzondere wijk te lopen, waar je je eerder in Afrika of het Midden-Oosten waant dan in Zuidoost-Azië. Het stikte er namelijk van de Arabieren, Indiërs en negers. In tegenstelling tot Little Arabia vond ik in Siam Square wel goedkope accommodatie.

Dag 273 en 274: Bangkok, Thailand

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik vroeg op de ambassade wilde zijn en van tevoren ook nog ergens nieuwe pasfoto’s moest laten maken. Nadat ik mijn visumaanvraag had ingediend ben ik naar het Taipan Hotel in Sukhumvit gegaan. Hier trof ik in de middag mijn vader (Willem) en twee van zijn vrienden (Hans en John). Net als het weerzien van mijn vrienden vorige maand was het ook goed om mijn vader weer eens te zien, wat inmiddels toch weer zo’n 9 maanden geleden was. De rest van de dag hebben we – behalve bijgepraat – eigenlijk niet veel meer gedaan. De mannen waren moe van de lange vlucht, net als mij overigens, en we zijn dan ook vroeg gaan slapen. De volgende dag hebben we Dusit verkend. We bezochten er Wat Benchamabophit, gemaakt van wit Carrara marmer en een ongelofelijk mooi voorbeeld van moderne tempelarchitectuur, en Vimanmek Teak Mansion, naar men zegt ’s werelds grootste gouden teakgebouw. In het begin van de 20ste eeuw leefde Rama V in dit herenhuis van gracieuze trappen, achthoekige kamers en rasterwerkmuren en het interieur bevat verscheidene persoonlijke bezittingen van de koning en een schatkist aan vroege Ratanakosin kunstobjecten en antiek. Naast Vimanmek Teak Mansion zagen we in het Amphon Park ook nog de Ananta Samakom Troonhal (het oude parlementsgebouw).

Dag 275: Yangon (Rangoon), Myanmar

Vanmorgen hebben ik en Willem ons visum bij de ambassade van Myanmar opgehaald. Nadat dit was gebeurd namen we met z’n allen een taxi naar het vliegveld. Hier namen we afscheid van Hans en John, die wegens omstandigheden in Thailand blijven. Zij vlogen om half 4 naar Ko Samui en wij vlogen om half 5 naar Yangon. Ondanks dat Yangon in 2005 werd ontdaan van zijn status als hoofdstad, blijft Yangon niettemin het centrum van economische activiteit, een bijenkorf van ondergronds intellectueel debat en de toegangspoort voor de meeste internationale bezoekers. De overweldigende Shwedagon Paya is het belangrijkste voorwerp van de stad, een glanzende gouden stoepa zichtbaar vanuit de hele stad. Dichterbij het waterfront is downtown Yangon een doolhof van historische straten die enkele van de beste Britse architectuur uit het koloniale tijdperk in de regio verbergen. Vergeet de cosmetische renovaties in Singapore: dit is de echte shit. Een wandeling langs de Strand of Pansodan St is als Pall Mall aflopen, zij het zonder de verfklus. Vibrerend en dynamisch, zweterig en vochtig, reikend naar de toekomst maar opgesloten in het verleden, Yangon is een fascinerende introductie tot Myanmar. Het is ook divers – thuis aan Birmezen, Shan, Mon, Chinezen, Indiërs en Westerse expats. Aung San Suu Kyi blijft onder huisarrest hier in haar huis op University Ave. Er gaan geruchten dat generaal Than Shwe er terugkomt in weekenden, wellicht niet in staat om de saaiheid van het steriele Naypyidaw, de nieuwe ‘hoofdstad’ te overleven.

Dag 276: Yangon (Rangoon), Myanmar

Vandaag hebben we Yangon verkend. Maar alvorens we hiermee konden beginnen moesten we eerst nog twee binnenlandse vluchten boeken en geld wisselen op de Bogyoke Aung San Markt. Nadat dit alles was gebeurd hebben we een wandeling door de binnenstad van Yangon gemaakt, waarbij we vele koloniale gebouwen zagen. Naast deze wandeling hebben we in de binnenstad van Yangon ook nog een bezoek gebracht aan de Shwe Pon Pwint Paya en de enigszins kitsche rivieroever Botataung Paya. Deze laatste paya behoort tot één van Yangon’s top paya en is genoemd naar de 1000 militaire leiders die 2000 jaar geleden Boeddha relikwieën escorteerden vanuit India. Zijn zedi is, ongebruikelijk, hol, dus je kunt er door heen lopen. Buiten de binnenstad van Yangon brachten we een bezoek aan de Chaukhtatgyi Paya (indrukwekkende liggende boeddha; nog veel groter dan de liggende Boeddha in Wat Po in Bangkok) en het Kandawgyi Meer. Het absolute hoogtepunt van de dag was echter de Shwedagon Paya, die naar mijn mening zeker tot de zeven wereldwonderen zou moeten worden gerekend. De glorieuze gouden spits van de vergulde Shwedagon, een paar kilometer ten noorden van het centrum gesitueerd, is het definiërende beeld van Yangon en een symbool van Birmese identiteit. Achtennegentig meter vanaf zijn voetstuk rijzend glinstert het duidelijk waarneembaar op een zonnige dag. De Shwedagon is een absolute must en als de legende geloofd moet worden dateert hij van 2500 jaar terug. Iedere goede Boeddhist in Myanmar probeert dan ook minimaal één keer in zijn leven een pelgrimtocht te maken naar de omheinde groep gebouwen, met hun hoofdstoepa en 82 andere gebouwen. Van de paya (‘heilige’, een religieus monument) wordt gezegd dat het op de heuvel is gebouwd waar Boeddharelikwieën zijn bewaard, inclusief acht haren van de Boeddha. In de 15de eeuw vergulde Koningin Shinsawbu het met haar eigen gewicht in goud, gesmeden van bladgoud. Haar schoonzoon bood vier keer zijn eigen gewicht en dat van zijn vrouw aan. De zedi (stoepa) heeft naar verluidt meer dan 53 ton kubieke meter bladgoud opeengehoopt. De top van de spits is bezet met meer dan 5000 diamanten en 2000 andere stenen. Wow!

Dag 277: Inle Meer, Myanmar

Vanmorgen, of eigenlijk vannacht, zijn we vroeg opgestaan, omdat we om 6.45 uur van Yangon naar Heho zouden vliegen. Zouden ja, want toen we aankwamen op het vliegveld bleek dat onze vlucht wegens een technisch mankement aan het vliegtuig was geannuleerd. Erg frustrerend dus, want we verloren hierdoor één hele reisdag en dit terwijl ons reisschema in Myanmar al behoorlijk krap was. Doordat we nu niet om 6.45 uur, maar om 15.00 uur naar Heho vlogen konden we in Yangon immers niet veel meer ondernemen (om 13.00 uur moesten we namelijk weer naar het vliegveld toe) en hetzelfde gold eigenlijk voor het Inle Meer, waar we pas tegen de avond zouden arriveren. Daar kwam nog eens bij dat we ook weer twee keer een taxi moesten betalen: van het vliegveld terug naar het centrum en van het centrum weer terug naar het vliegveld. Aangezien we niet veel andere opties hadden (het was nog te vroeg om bezienswaardigheden in Yangon te gaan bezoeken), hebben we daarom maar besloten terug naar ons hotel te gaan om daar nog een paar uurtjes te gaan slapen. Gelukkig deden ze hier niet al te moeilijk over het feit dat we reeds hadden uitgecheckt, waardoor we uitgerust en wel om 15.00 uur naar Heho zijn gevlogen. Hier kwamen we in de namiddag aan, waarna we een taxi naar Nyaungshwe – het grootste en beste dorp in en rondom het Inle Meer, dankzij de goede variëteit aan budgetaccommodatie – hebben genomen. Het Inle Meer zelf is één van de meest sprookjesachtige plekken van Myanmar, een wonderbaarlijke waterige wereld van drijvende tuinen, paaldorpen en vervallen stoepa’s, en een absolute must. Bergen ploffen neer richting de oever van het meer, daarmee het onderscheid tussen hemel en aarde vervagend. Voor veel reizigers is Inle Meer een hemel op aarde, een plaats om de dagen kanoënd, fietsen en lopend door het welige platteland weg te wijlen. De Intha mensen zijn bekend voor hun beenroeien, al doen vele van hen het vandaag de dag alleen nog voor de toeristen. Er is zelfs een klooster waar mediterende monniken de katten hebben leren springen – dat is verlichting. Inle verdient het om van te genieten, niet om afgeraffeld te worden, en veel reizigers eindigen er langer verblijvend dan dat ze hadden verwacht.

Dag 278: Inle Meer, Myanmar

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, omdat we om 7 uur vertrokken voor een boottocht over het Inle Meer. Allereerst zijn we naar de drijvende markt in Ywama gevaren. De markt was niet bepaald bijzonder nu deze meer op het land dan op het water was, maar de tientallen stoepa’s maakten veel goed. In Ywama zijn we ook nog naar een zilversmid geweest, wat erg interessant was. Na Ywama zijn we naar Indein gevaren, waar we onder andere een bezoek hebben gebracht aan Shwe Inn Thein (honderden stoepa’s). In de middag aten we er wat bij een lokaal restaurantje, waarna we verder zijn gegaan met het tweede dagdeel: Phaung Daw Oo Paya (honderden monniken die bij een tempel in kommen rijst inzamelden), In Paw Kone (weverij), de drijvende tuinen van Kela en het ‘springende kat’ klooster van Nga Phe Kyaung. Al met al dus een erg leuk en ontspannen dagje waarbij we een goede indruk hebben gekregen van het leven op en rondom het meer.

Dag 279: Inle Meer, Myanmar

Gisteren hadden we eigenlijk de bus naar Mandalay willen nemen, maar wegens het Balloon Festival waren deze al allemaal volgeboekt. Vandaar dat we noodgedwongen nog een extra dag in Nyaungshwe hebben moeten verblijven. Natuurlijk niet zo’n heel erg grote ramp gezien de mooie omgeving hier, maar we hebben hierdoor wel nog maar één hele dag in Bagan (en dat is erg kort). Hoe dan ook, onze extra dag in Nyaungshwe spendeerden we goed. We huurden een fiets en zijn naar de hete bron dichtbij het Intha dorp van Kaungdaing gefietst. Hier hebben we heerlijk gechillt, waarna we weer terug naar Nyaungshwe zijn gefietst. In Nyaungshwe hebben we vervolgens nog even een bezoek aan de vele Boeddhistische plekken rondom het stadje gebracht. Deze stelden, met uitzondering van Yadana Man Aung Paya (de oudste Boeddhistische plek in Nyaungshwe), echter niet zo heel veel voor. Om 6 uur hebben we de bus naar Mandalay genomen, waar we pas laat in de nacht aankwamen.

Dag 280: Mandalay, Myanmar

Na nog even een paar uurtjes te hebben geslapen zijn we weer vroeg opgestaan om de antieke steden rondom Mandalay te gaan verkennen. De eerste van de drie antieke steden die vandaag op het programma stond was Mingun. Mingun is een avontuurlijk bezoek over en langs de Ayeyarwady vanuit Mandalay. De boot drijft vreedzaam over 11km en een aantal bezienswaardigheden kijken uit op het water, allemaal bepeperd met meer dan genoeg mogelijkheden voor noodles, kunst en ansichtkaarten. We bezochten er onder andere de Mingun Paya, de Mingun Bel en de Hsinbyume Paya. De Mingun Paya is eigenlijk de overblijfselen van een geplande 150m stoepa, zeker een kandidaat voor ’s werelds grootste stapel bakstenen. De uitzichten bovenop de pagoda waren erg mooi. Even noordelijk is de Mingun Bel, ’s werelds grootste ongebroken bel. Verder is het ook waard om net als ons 200m noordelijk door te lopen naar de witte, golvend terrasgewijs aangelegde Hsinbyume Paya. Na terugkomst in Mandalay zijn we per ‘blauwe taxi’ naar Sagaing, de tweede antieke stad, gereden. Over de Ava Brug vanaf het Inwa kruispunt doemen de stoepa-bedekte heuveltoppen van Sagaing op over de Ayeyarwady. Met 500 stoepa’s en kloosters in overvloed is Sagaing waar Boeddhistische monniken komen om te ontspannen en te mediteren. Net als bovenop Mingun Paya waren de uitzichten bovenop Sagaing Heuvel ook weer erg mooi. De derde en tevens laatste antieke stad die vandaag op het programma stond was Amarapura. De ‘Stad van Onsterfelijkheid’, een kortlevende hoofdstad 11km zuidelijk van Mandalay, is bekend voor U Bein’s Brug, ’s werelds langste teakhouten brug van 1.2km. Met 200 jaar oud ziet de brug veel leven langs zijn 1060 teakhouten palen, met monniken en vissers die op en neer pendelen. Het leidt naar Kyauktawgyi Paya en het kleine Taungthaman dorp, met thee en grogwinkels. Vanaf de brug zagen we ook de zonsondergang, een mooie afsluiting van een intensieve, maar mooie dag.

Foto’s

2 Reacties

  1. olmo:
    15 december 2010
    eeeeey dirty sanchezz !!!

    ziet er weer allemaal strak uit. zal wel chill geweest zijn he met willy ;) haha lachen he die foto wat ik je gestuurd had. die stond nog op mijn avond. dat was na een avondje chillen haha ut gaat je goed zo he makker heb ik het idee. geniet er nog maar goed van want voor je het weet ben je weer hier in dat kleine kikkerland. doe voorzichtig en pas goed op jezelf jonge !!!

    LTR Ollie
  2. olmo:
    15 december 2010
    eeeey dirty sanchezz !!!

    ziet er weer allemaal strak uit! zal wel leuk geweest zijn he met willy ;) lachen he die foto wat ik je gestuurd had. die stond nog op mijn iphone. is na een duuftig avondje chillen haha. ma dat begreep je wel denk ik. kerel volgens mij geniet je nog steeds en gelijk heb je. voor je het weer zit je weer in dit kikkerlandje omarm het goede leven nog maar even daar. pas goed op jezelf en doe voorzichtig.

    LTR !! Ollie