Indochina: Laos

2 juni 2010 - Chiang Rai, Thailand

SÀBĄAI-DĬI!!!

Grotten, watervallen en tempels; dat is Laos. Van de vier landen die ik de afgelopen twee maanden in Zuidoost-Azië heb bezocht is Laos het meest authentiek, zij het echter dat je dan wel van de toeristische route Vientiane – Vang Vieng – Luang Prabang moet afwijken. Buiten deze route vind je ontzettend veel dorpen waar je in veel gevallen de enige westerling bent. Accommodatie is er schaars en internetcafé’s en pinautomaten zijn er al helemaal niet te vinden. Maar ook steden als Vientiane en Luang Prabang doen heel dorps aan nu er vrijwel geen hoogbouw is en alles er – in ieder geval voor wat het centrum betreft – op loopafstand is. Wil je nog een glimp van het echte Zuidoost-Azië kunnen opvangen, dan moet je beslist naar Laos.

Dag 85 en 86: Sapa, Vietnam

Gisteren had ik de nachttrein van Hanoi naar Lao Cai genomen. Hier kwam ik in de ochtend aan, van waaruit ik een minibusje naar Sapa heb genomen. Dit ritje behoort samen met het ritje van Dalat naar Nha Trang (zie mijn vorige blog) tot de mooiste die ik ooit in mijn leven heb gemaakt. Ook nu reden we weer door hooggebergte, maar ditmaal waren het niet de watervallen maar de rijstterrassen die de show stalen. In Sapa huurde ik een schakelbrommer, waarna ik Sapa en haar omgeving ben gaan verkennen. Sapa is de Koningin van de Bergen en zit koninklijk uitkijkend op een mooie vallei, torenhoge bergen torenen over het stadje van alle kanten. Sapa, een Frans heuvelstation dat gebouwd was in 1922, is de voornaamste bestemming van Noord-Vietnam. Het hele gebied is spectaculair en vaak gehuld in mist. Allereerst bezocht ik Ram Hong. Bovenop deze berg heb je een mooi uitzicht op Fansipan, welke met 3143m Vietnam’s hoogste piek is. Ook was er een zogenaamde Wolkentuin met een mooi uitzicht op Sapa. Na Ram Hong ben ik de vallei ingereden waar ik een bezoek heb gebracht aan Te Van, één van de vele minderhedendorpjes, en Cau May (Wolkenbrug). Om de zoveel meter moest ik stoppen om een nieuwe foto te maken, zo mooi was het. Vanaf een rotsblok langs de hoofdweg heb ik een tijdje het alledaagse leven in de vallei aanschouwd. Het was erg leuk om te zien hoe de mensen aan het werk waren op de rijstvelden; ik had hier makkelijk de hele dag kunnen zitten. Ook de waterval die door de locals werd gebruikt als natuurlijke wasstraat was leuk om te zien. Bovenop een berg ontmoette ik nog een Nederlander (heel toevallig ook nog eens de enige buitenlander die ik de hele dag in de vallei heb gezien), waarmee ik een tijdje heb gepraat. Samen met zijn vrouw had hij de afgelopen maanden door Afrika gereist; alleen al in Zuid-Afrika had hij 23 wildparken bezocht. Hij gaf me dan ook wat goede tips voor wanneer ikzelf door Afrika ga reizen. ’s Avonds heb ik het rustig aan gedaan.

De volgende dag heb ik een bezoek gebracht aan Thac Bac (Zilveren Watervallen); de Tram Ton Pas, één van de meest schilderachtige fietstochten in Zuid-oost Azië die je kunt ervaren; en Nui Xe, waar ik de Gouden Stroom en de Liefdeswaterval bezocht. Ook ben ik nog richting Lao Cai gereden, over dezelfde weg waarover ik gisteren van Lao Cai naar Sapa ben gereden. Toen ik langs deze weg een foto aan het nemen was schoot er opeens een slang langs me; hij had me zomaar kunnen bijten. Gisteren zag ik in Te Van ook al een slang, al was die wel een stuk kleiner. Ik heb dus geluk gehad, want de slangen zijn hier giftig. ’s Avonds heb ik om 6 uur de nachtbus naar Sapa genomen. Met pijn in mijn hart nam ik afscheid van de mooiste plaats waar ik ooit in mijn leven ben geweest.

Dag 87: Hanoi, Vietnam

Om 5 uur ‘s morgens kwam ik na een lange, hobbelige rit aan in Hanoi. Ik had gehoopt nog even naar Le Mat te kunnen, waar de locals slangen fokken voor de duurdere restaurants in Hanoi en voor het produceren van geneesmiddelen, maar dit heb ik helaas niet meer gehaald (voor slechts 100.000 Vietnamese dong, zo’n dikke 5 dollar, kun je hier een vastgestelde maaltijd van slangenvlees bereid op 10 verschillende manieren proberen). Ik moest namelijk nog een aantal zaken regelen en dit nam – doordat ik telkens weer in een andere straat moest zijn (iedere straat in het Oude Kwartier is gespecialiseerd in een bepaald iets) – nogal veel tijd in beslag. ‘s Avonds heb ik om half 6 de nachtbus naar Dong Hoi genomen.

Dag 88: Dong Hoi, Vietnam

Om 6 uur ‘s morgens kwam ik aan in Dong Hoi. Ook deze busrit was weer alles behalve comfortabel, nu de airco veel te koud stond. Slechts een dun dekentje had ik om mijn ijskoude voeten en de rest van mijn lichaam op te warmen. In Dong Hoi kwam ik erachter dat ik de bus naar de verkeerde plaats had genomen. Ik moest niet in Dong Hoi zijn, maar in Dong Ha, zo’n 100 kilometer zuidelijker. De grensovergang tussen Vietnam en Laos is hier veel makkelijker dan de vier tussen Noord- en Centraal Vietnam en Laos. Omdat ik niet veel zin had om een lokale bus naar Dong Ha te pakken besloot ik voor de moeilijkere grensovergang van Cha Lo naar Na Phao te gaan. Op het eerste busstation waar ik was hoorde ik dat de enige bus die vandaag nog naar Cha Lo ging om 12 uur vanuit een ander busstation vertrok. Op dit tweede busstation heb ik een aantal uur gewacht, maar om 12 uur bleek dat de bus naar Cha Lo vandaag toch maar niet meer ging. Aargh!!! Omdat ik het even helemaal gehad had met het Vietnamese openbaar vervoer en er de volgende dag wel een rechtstreekse bus naar Laos ging, besloot ik niet vandaag, maar morgen naar Laos af te reizen. De rest van de dag heb ik behalve een aantal zaken geregeld niets meer gedaan.

Dag 89: Tha Khaek, Laos

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan omdat ik om half 7 de bus naar Tha Khaek had. Hier kwam ik tegen de avond aan, waarna ik een bus naar Ban Vieng Kham heb genomen. Er was maar één guesthouse, dus veel keus had ik niet. Net als in Dong Hoi was ik er samen met een Duits koppel de enige farang. De grensovergang was overigens veel makkelijker dan verwacht, maar dit kwam vooral doordat ik een rechtstreekse bus had naar Laos en niet slechts een bus naar de grens. Ik hoefde in Laos dus niet over te stappen op een ander transportmiddel, waarvan de vraag was of dat er überhaupt wel was.

Dag 90: Tham Kong Lo, Laos

Vanmorgen heb ik om 8 uur een săwngthăew (omgebouwde truck of pick-up met banken aan iedere kant) naar Ban Khoun Kham (Ban Na Hin) genomen, van waaruit ik weer een andere săwngthăew naar Tham Kong Lo heb genomen. Stel je een rivier voor die om de hoek van een monolithische kalksteenberg verdwijnt en 7km door een pikzwarte, windende grot gaat en je krijgt een idee van Tham Kong Lo, werkelijk één van de natuurlijke wonderen van Laos. De grot-c.q.-tunnel is in het Phu Hin Bun NPA, een 1580-vierkante-kilometer wildernisgebied van turkooizen stromen, moessonbossen en aantrekkelijke karsttopografie in centraal Khammuan. De grot is tot 100m breed op sommige plaatsen en bijna net zo hoog. Een gemotoriseerde kano doet er bijna een uur over om er doorheen te varen. Ondanks dat het regenseizoen in Laos is begonnen – het regent hier iedere dag wel minimaal één keer – stond het water nog niet overal hoog genoeg, waardoor we een paar keer een klein stukje moesten lopen. Desalniettemin was het een bijzondere ervaring. Na mijn bezoek aan Tham Kong Lo ben ik met săwngthăews via dezelfde route teruggereisd naar Ban Vieng Kham, waar ik om 5 uur de nachtbus naar Pakse heb genomen.

Dag 91: Bolaven Plateau, Laos

Om half 4 ’s nachts kwam ik aan in Pakse. Omdat ik voor een paar uur geen hotelkamer meer wilde nemen besloot ik de laatste paar uren van de nacht op een bank in een hotel door te brengen. Na nog een paar uurtjes te hebben geslapen nam ik een bus naar Ban Khoua Set, van waaruit ik een săwngthăew naar Tat Lo heb genomen. Tat Lo is een soort van backpackersretraite met goedkope accommodatie, een aantrekkelijke omgeving en dingen om te doen, maar niet veel reizigers. Wat veel van zijn charme is. Watervallen zijn de raison d’être van het stadje en ze geven het een sereniteit die veel bezoekers langer zien verblijven dan ze hadden gepland. Tat Lo maakt deel uit van het vruchtbare Bolaven Plateau (Phu Phieng Bolaven in Lao) dat meer dan 1000m boven de Mekong Rivier Vallei rijst. Het is een mooi klauwvormige hooglandvesting van bossen, rivieren, watervallen en plantages. Het plateau is een centrum voor verscheidene Mon-Khmer etnische groepen, inclusief de Alak, Laven (Bolaven betekent ‘land van de Laven’), Ta-oy, Suay en Katu. De Alak en Katu zijn bekend voor een waterbuffeloffer dat ze jaarlijks uitvoeren, meestal op een volle maan in maart. Het gebied was niet intensief bewerkt totdat de Fransen hier koffie, rubber en bananen plantten. Vandaag de dag hebben de Laven, Alak en Katu stammen cultivering weer in ere hersteld en het is hier waar de aparte Lao koffie groeit. In Tat Lo bezocht ik de watervallen Tat Hang, Tat Lo en Tat Suong. Na mijn bezoek aan de watervallen liet ik me door een brommer naar Ban Beng brengen, waar ik een săwngthăew richting Paksong nam. Halverwege moest ik overstappen op een bus. De chauffeur vergat echter te stoppen in Paksong, waardoor ik maar ben doorgereden naar Pakse. Hier heb ik ’s avonds wat gegeten met een Nederlander die 7 maanden in Mongolië had gezeten, waar hij een boek over zijn leven heeft geschreven dat in december uitkomt (naar eigen zeggen komt hij ook bij Pauw en Witteman). Hij had echter meer weg van Willem Holleeder dan van een schrijver (zowel qua uiterlijk als qua levensverhaal), dus ik ben wel eens benieuwd waar zijn boek over gaat; hij wou er in ieder geval nog niets over kwijt.

Dag 92: Si Phan Don, Laos

Vanochtend heb ik een minibusje naar Si Phan Don genomen. Si Phan Don (Vier Duizend Eilanden), waar de Mekong uitweidt vormend een ingewikkeld netwerk van kanalen, rotsen, zandbanken en eilandjes 14km breed, is één van de natuur zijn wonderen. ’s Nachts is de Mekong bestipt met lichten van vissers dobberend in de rivier, terwijl gedurende het natte seizoen de eilanden, met overal kokosnoot en betelpalmen, verlicht worden met vuurvliegjes. Waterbuffalo’s waden in de ondiepe wateren, in de morgen wassen vrouwen hun kleren en kinderen in de rivier en regelmatige stromen van longtailboten rijden heen en weer tussen de eilanden en het vaste land. Si Phan Don is ook thuis aan een aantal indrukwekkende watervallen en de zeldzame Irrawaddy dolfijnen, die je op het zuidelijkste puntje van Don Khon kunt zien. Van de vierduizend eiland bracht ik een bezoek aan Don Det en Don Khon. Deze mooie, palmomzoomde eilanden, 16km ten zuiden van Don Khong (het hoofdeiland) op de grens met Cambodja, hebben hun relaxende charme ondanks een ware stroom van toerisme in recente jaren weten te behouden. Op Don Det vond ik een leuke bamboebungalow aan de rivier voor slechts 30.000 Laotiaanse kip, zo’n 3 euro. Ik huurde er een fiets, waarna ik de smalle en meestal beschaduwde paden die Don Khon doorkruisen ben gaan verkennen. Toen ik over de brug van Don Det naar Don Khon reed werd ik tegengehouden door een Laotiaan die me vertelde dat ik 2 euro moest betalen om de brug over te mogen. Dit is typisch Laos: overal moet je voor betalen, niets is er gratis. Na een lange discussie besloot ik toch maar te betalen, omdat ik graag de Tat Somphamit watervallen bezocht wou hebben. Deze dramatische watervallen staan ook bekend als de Li Phi Watervallen, wat ‘geestenval’ betekent omdat locals geloven dat slechte geesten hier gevangen zitten aangezien ze zich stroomafwaarts wassen. De watervallen waren één van de spectaculairste die ik ooit in mijn leven heb gezien. Het was erg indrukwekkend om te zien met welke kracht het water hier naar beneden stortte. Na de watervallen ben ik nog een rondje om het eiland gefietst, maar hier was verder eigenlijk niets bijzonders meer te zien. Waar ik me wel nog ontzettend aan geïrriteerd heb was de ketting van mijn fiets. Deze was gedurende de gehele dag tientallen keren eraf gevallen en op het einde viel hij er zelfs om de zoveel meter af. ’s Avonds heb ik het rustig aan gedaan.

Dag 93: Champasak, Laos

Om 11 uur ‘s morgens heb ik een longtailboot van Don Det naar Ban Nakasang genomen, van waaruit ik om 11.40 uur een minibusje naar Champasak heb genomen. Eens de hoofdstad van een Laotiaans koninkrijk, Champasak is nu het epicentrum van het slaperige Laotiaanse rivieroeverstadje. Net als mij gebruiken de meeste bezoekers het stadje als een uitvalsbasis voor het bezoeken van de ruïnes van de dramatische berglocatie van Wat Phu Champasak. Wat Phu Champasak is één van de meest indrukwekkende archeologische terreinen in Laos. Wat Phu is geëerd sinds het midden van de 5e-eeuw, maar het meeste van wat je vandaag de dag ziet dateert van de late Angkoriaanse periode. Het was toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst in 2001. Na mijn bezoek aan Wat Phu Champasak wilde ik terugreizen naar Pakse, maar omdat een tuktuk te duur was en er na 3 uur geen bussen meer reden (het was inmiddels al 5 uur) besloot ik in het minibusje van een local die ook naar Pakse ging mee te rijden. Hier heb ik nog wat gedronken met de locals, waarbij ik tevens mijn Thais heb geoefend (ja, ik ben Thais aan het leren). Ze vonden dat ik het al aardig sprak en konden me ook goed begrijpen nu Thais en Laotiaans ongeveer dezelfde taal is. Om 8 uur heb ik de nachtbus naar Vientiane genomen.

Dag 94: Vientiane, Laos

’s Morgens vroeg kwam ik aan in Vientiane. Hier heb ik een fiets gehuurd, waarna ik Vientiane ben gaan verkennen. Terwijl Laos zicht opent voor de wereld, groeit Vientiane, maar het kan nog steeds een sterk punt maken voor het zijn van de meest ontspannen hoofdstad op aarde. De combinatie van boom-omlijnde boulevards en talloze tempels maken deel uit van een atmosfeer van tijdloosheid, terwijl de caleidoscopische architectuurstijlen zijn historische invloeden weerspiegelen: van klassiek Lao tot Thais, Chinees, Frans, VS en Russisch. Vandaag de dag is het het podium voor de subtiele maar ook dramatische strijd tussen het communistische verleden van Laos en de onvermijdelijke meer kapitalistische toekomst. Je kan dansen op live muziek met trendy Laotiaanse jeugd, maar de songteksten zouden gecensureerd kunnen zijn. Of de langzaam verdwijnende gloriën van de Laotiaanse revolutie in je opnemen in het Lao Nationaal Museum, waarna je de straat oversteekt naar een ander nieuw restaurant in een stad die één van de beste prijs-kwaliteit eetsteden op aarde is aan het worden. Ik bracht er onder andere een bezoek aan Haw Pha Kaew (een nationaal museum van religieuze kunst dat de beste verzameling boeddhabeelden in Laos heeft); Wat Si Saket (de binnenste muren van het klooster zijn gevuld met kleine nissen die meer dan 2000 zilveren en keramieken boeddhabeelden bevatten; meer dan 300 zittende en staande boeddha’s van variërende leeftijd, grootte en materiaal rusten op planken onder de nissen); Patuxai (Vientiane’s Arc de Triomphe replica); Pha That Luang (het belangrijkste nationale monument in Laos); en Xieng Kuan (Boeddha Park, zoals de naam suggereert een park vol boeddhistische en hindoeïstische sculpturen). Naast deze must-see bezienswaardigheden heb ik ook nog een aantal tempels bezocht, waaronder Wat Xieng Nyeun, Wat Chanthabull, Wat In Paeng, Wat Ong Teu Mahawthan, Wat Hai Sok en Wat Mixai. Tenslotte bracht ik ook nog een bezoek aan het Nationale Stadion, waar je zomaar kon binnenlopen om er een balletje te trappen op het voetbalveld of om er een rondje te rennen over de atletiekbaan; iets wat ik me niet snel in de Amsterdam Arena zie doen. In de namiddag heb ik een minibusje naar Vang Vieng genomen waar ik tegen de avond aankwam.

Dag 95: Vang Vieng, Laos

Genesteld naast de Nam Song tussen overweldigend kalksteen-karstterrein, Vang Vieng is één van die bestemmingen waar iedereen een mening over heeft. De meeste reizigers genieten van het landschap en de horde aan activiteiten – caven, rotsklimmen, kajakken, raften en tuben – die hun voordeel halen uit het beschikbare aanbod van dramatische topografie en toeristen met tijd en geld om uit te geven. Meningen beginnen te verschillen wanneer je een nadere blik op het stadje zelf werpt. De meest voorkomende klacht is dat Vang Vieng in het verdienen van haar sporen als een volwaardig lid van de backpackerwereld haar ziel heeft verloren. De hoofdstraat van dit ooit stille dorpje is nu een soort van poor man’s Khao San Rd, met backpackers die in TV barren Hollywood kassuccessen en eindeloze herhalingen van Friends kijken terwijl ze ‘happy’ shakes leegzuigen. Maar of deze kant van Vang Vieng je nu aantrekt of niet (als je het niet leuk vindt is respijt slechts een korte wandeling er vandaan), dit is nog steeds een echt mooi deel van de wereld en het is waard om er te stoppen onderweg tussen Vientiane en Luang Prabang. Ik boekte er een kajakdagtoer waarbij we bij een paar stroomversnellingen naar beneden gingen en stopten bij grotten en dorpen. Allereerst stopten we bij Tham Sang, betekenend 'Olifantengrot’, een smal hol dat een paar boeddhabeelden en een boeddha ‘voetafdruk’ bevat, plus de olifantvormige stalactiet die de grot zijn naam geeft. Na Tham Sang zijn we bij Tham Nam gestopt, een grot die ongeveer 500m lang is en waar uit zijn lage ingang een zijrivier van de Nam Song stroomt. In het droge seizoen kun je de grot in waden, maar wanneer het water hoger is moet je de grot binnengaan in een band. Het was erg leuk om jezelf aan het vastgemaakte touw door de tunnel te slepen. Na deze stops hebben we 14km over de Nam Song gekajakt, waarbij we na 10km stopten bij één van de bars aan de oever van de rivier. Dit was het hoogtepunt van de dag. Bij iedere bar was een toren die je kon beklimmen en vanwaar je je van grote hoogte met een touw de rivier in kon laten zwiepen. Dit is echter nog lang niet alles: je kon je ook de rivier in laten tokkelen, je kon er van een glijbaan afglijden die uitkwam in de rivier en je kon er moddervolleyballen. De plek langs de rivier waar de bars lagen was tevens het opstappunt om de Nam Song af te tuben, waardoor je naast kajaks ook veel backpackers zag die met buckets in een band de rivier afdreven. Kortom: een ontzettend leuke plek om een paar dagen met je vrienden door te brengen. Dus matties, mochten jullie me in de herfstvakantie een keer willen komen opzoeken, dan stel ik wel een mooie partytrip voor jullie samen! ’s Avonds heb ik om 9 uur de nachtbus naar Luang Prabang genomen.

Dag 96: Luang Prabang, Laos

Luang Prabang is een tonic voor de ziel. De voormalige koninklijke hoofdstad raakt de zintuigen op een manier zoals weinig andere steden dat kunnen. Het is vol met de parfum van parelwitte frangipanis en de verleidelijke smaken van hoogwaardig Aziatisch en Europees voedsel. Het groen van de reusachtige schaduwrijke bomen contrasteert met de gebrande siena gewaden en blote voeten stilte van ontelbare boeddhistische monniken en beginnelingen die voedsel verzamelen. En de glanzende tempels, Franse-tijdperk paleizen en villa’s en de multi-etnische mensen die hier leven geven Luang Prabang een romantisch en ontspannen gevoel dat zelfs de meest afgematte reizigers kan fascineren. Bij de samenloop van de Nam Khan (Khan Rivier) en de Mekong Rivier, behoudt deze oude, koninklijke stad zijn kleur ondanks dat het het belangrijkste toeristische pronkstuk van Laos is. Dit is deels omdat het een UNESCO werelderfgoed is, wat een gezegend verbod op bussen en vrachtwagens betekent, en deels door de stille welwillendheid van zijn inwoners, die bezoekers in slaapwandelende gelukzaligheid sust. Ondanks dat het in Luang Prabang wemelt van de reizigers is het geen feestbestemming en de 11.30pm avondklok behoudt mild zijn traditionele regeling. Ik kwam er om 4 uur ’s nachts aan waarna ik in een guesthouse nog wat geslapen heb. Dit was echter maar van korte duur, omdat om 6 uur de wekker alweer ging voor The Walking on Alms Ground, een optocht van honderden monniken die geheel afhankelijk zijn van de giften van buurtbewoners. Eenmaal buiten bleek helaas dat deze al voorbij was; hij begon niet om 6 uur, maar om 5.15 uur. Ik ben daarom maar weer terug gegaan naar mijn guesthouse waar ik nog wat geslapen heb. Toen ik weer wakker was ben ik Luang Prabang gaan verkennen. Ik bezocht er onder andere Wat Xieng Thong, Luang Prabang’s meest prachtige tempel; Wat Long Khun; Wat Tham Xieng Maen, in een 100m-diepe kalksteengrot (meer Scary Movie dan tempel nu ik de enige in de pikduistere grot was); Wat Chom Phet, die ongestoorde uitzichten over de Mekong biedt; en Phu Si, een 100m-hoge heuvel waarop ik onder andere Wat Tham Phu Si en Wat Pha Phutthabaht bezocht. ’s Avonds ben ik vroeg gaan slapen, omdat ik doodmoe was van de dagen ervoor.

Dag 97: Luang Prabang, Laos

Vandaag ben ik om 5 uur opgestaan om The Walking on Alms Ground te zien. Het was een erg bijzondere ervaring om samen met de monniken door het oude kwartier te lopen. Wat me ook verbaasde was hoeveel locals op dit tijdstip al op de straat waren om voedsel aan de monniken te schenken. ’s Middags heb ik een bezoek gebracht aan Tat Kuang Si. Deze mooie plek, 32km ten zuiden van het stadje heeft een wijde, meertrapse waterval die tuimelt over kalksteenformaties in een serie van koele, turkooizen poelen. Het was niet alleen de mooiste waterval die ik in Laos heb gezien, maar het was ook de mooiste waterval die ik ooit in mijn leven heb gezien. Nabij de ingang is een insluiting die zonberen huist die gered zijn van stropers. Één beer lag te chillen in een hangmat en een andere beer draaide aan een ton om te kijken of er in één van de gaten iets van voedsel te vinden was. Ontzettend leuk die beesten! ’s Avonds heb ik om 7 uur de nachtbus naar Huay Xuay genomen.

Dag 98: Chiang Rai, Thailand

In de morgen kwam ik na weer een lange, hobbelige rit aan in Huay Xuay, waar ik met een longtailboot de grens tussen Laos en Thailand ben over gevaren. In Chiang Khong, aan de andere kant van de grens heb ik een bus naar Chiang Rai genomen. Schaduwrijk en goed verzorgd Chiang Rai is gebrekkig aan belangrijke toeristische attracties, waardoor het meer leefbaar dan bezoekbaar is; het feit dat het minder vervuild en meer laid-back is dan Chiang Mai zijn echter meer dan genoeg redenen om hier te komen, plus het is een buitengewone plek om treks naar bergstammen te regelen. Ik bezocht er onder andere Wat Rong Khun, een unieke eigentijdse blik op tempelontwerp; Wat Phra Singh; en Wat Phra Kaew. Wat Rong Khun behoort samen met de Gouden Tempel in Amritsar tot de mooiste tempels die ik ooit in mijn leven heb gezien – en dat zijn er inmiddels al heel wat. Het is voorzover ik weet ook de enige tempel ter wereld die helemaal wit is. Uniek was ook de muurschildering van de demon in de tempel. Sowieso heb ik nog nooit een muurschildering van een demon in een tempel gezien en al helemaal niet zo’n eigentijdse (naast de aanslag op de Twin Towers waren ook de superhelden Batman en Spiderman te zien). Erg bijzonder dus! ’s Avonds heb ik het rustig aan gedaan.

Foto’s

6 Reacties

  1. Margriet en Jos:
    4 juni 2010
    Hallo Roy,Wat is Tat Kuang Si mooi,die baden prachtig. En die beelden van Xieng Thong,mooi hoor.Wat HI, Wat Ha, Wat Allemo, Wat Allemachtig prachtig. Wat Po Shampoozak,je moet het maar verzinnen...Tat Lo Tat Hang...Olmo zit op dit moment tussen de worsjes en de speklappen van de BBQ van Walram. Tat is MMMM.Misschien kun je zorgen dat de walk on Almsgrond er eens langs gaat, er blijft beslist genoeg over voor die jongens in oranje, kunnen ze gelijk blijven want de buurt wordt hier steeds meer oranje gekleurd. De oranje slingers hangen ook al op. Roy, we hebben weer genoten van je verhaal en vooral van je fotoos. Wat Sjoen. Jong, pas good op dich zelf, schloap auch ins oet, want zoa vreug sjteit hie de krantejong nog neet op.Tot het volgende blog.Veer kieke er weer noa oet. Veul leefs van die old kids oet Iezeren.
  2. Nancy Deckers:
    5 juni 2010
    HOI ROY IEDERE KEER LEES IK MET BEWONDERING JOU VERHALEN EN KIJK NAAR DIE MOOIE FOTO,S EN DAN DENK IK STEEDS WEER KNAP HOOR DAT JE DAT DOET EN ZO ALLEEN PETJE AF VOOR JE ,HET IS JA OOK EEN HELE ERVARING EN ZEKER EEN MOOIE TIJD EN JE WORDT ER HEEL ZELFSTANDIG DOOR ,JE ZAL DENK IK WEL ELLE MISSEN DIE VOOR JE HET S,MORGENS DE BROODJES AL SMEERT HAHA NOU ROY NOG VEEL PLEZIER HIER ALLES OK GA DADELIJK MET JE MAMS NAAR MAASTRICHT EN LEKKER SAMEN LUNCHEN DUS DAT WORDT WEER KLETSEBETSEN WIE 2OUW WIEVER GRUSSE NANCE
  3. olmo:
    6 juni 2010
    OUWEE !!!

    ziet er strak uit vooral die foto's van laos zijn egt dope! en ook dat tuube op die rivier zag ik wel zitten. goed om te zien en te lezen dat alles goed gaat. hier hebben we de afgelope dagen ziekelijk warm weer gehad. iason toernooitjes gehad met voetbal en voor de rest gechillt. het wk zal wel beginnen te kriebelen he jong ;) hier ook we zijn goed in de stemming en onze boys staan er goed voor. WE WORDE WERELDKWAMPIOEN !!!! ich zik haj jangggggggg en we moete nog skype !!!

    BOKS OUWE XXX Ollie
  4. Gerlachertjes:
    6 juni 2010
    Mooi verhaal en zeer spectaculaire foto's; voor die van Tat Kuang Si. Ik dacht eerst dat "the walking on alms" de eerste Oranje supporter waren die op weg waren naar het WK, ha, ha, ha. Pas op voor de slangetjes. Ik heb toch liever dat jij er een eet dan dat hij jou eet. Zal alles printen en oma en opa laten lezen. pas op dichzelf. groeten en poen van de gerlachertjes.
  5. Sijben:
    8 juni 2010
    He roooy.
    hier weer eens 'n berichtje van ikeman. Vindt het echt "die-hard" dat je daar alleen tussen al die volkeren je staande weet te houden en het lijkt wel alsof je je er thuis voelt. Het ziet er allemaal prachtig en idealistisch uit, een van de mooiste "vakanties" die ik me kan bedenken. Afgelopen weekend had ik het eerste buiten feest van het jaar met dik 24/25 graden was Free Your Mind @ Arnhem echt een perfecte aftrap. Ga de feestjes zonder "de mannen" dit jaar wel missen. Verwacht de volgende blog wel gedeeltelijk in het thais ;). Geniet ze en tot blogs!
  6. Letty & Richelle:
    13 juni 2010
    Heey Roy!

    Hoe is het daar met je?! We lezen nog altijd je mooie verhalen, leuk om op die manier op de hoogte te blijven?! En je ging ook nog naar het WK he?! Gaaf!!!
    Nog veel reis- en WK-plezier!!

    Liefs,
    Letty & Richelle