Op weg naar Zuid-Afrika

16 juni 2010 - Graskop, Zuid-Afrika

SAWÀT DII KHRÁP!!!

De dagen voor mijn vertrek naar Zuid-Afrika heb ik nog veel zaken moeten regelen. Hierdoor heb ik in Chiang Mai en Bangkok en in mindere mate Hong Kong niet zoveel kunnen bezoeken. Nu maakt dit gelukkig niet zo heel veel uit, omdat ik in Chiang Mai en Bangkok al eens eerder ben geweest en ik Bangkok en Hong Kong – en misschien ook Chiang Mai – later op mijn wereldreis nogmaals zal bezoeken. In Bangkok en Hong Kong heb ik ook een groot deel van de vliegtickets voor het resterende deel van mijn wereldreis geboekt, namelijk Macau – Bangkok, Yangon – Bangkok, Bangkok – Kuala Lumpur, Kuala Lumpur – Kuching, Kota Kinabalu – Manila en Kuala Lumpur – Perth. Hierdoor is een groot gedeelte van de route van mijn wereldreis vast komen te liggen, waardoor het voor mij gemakkelijker is aan te geven waar ik op een bepaald tijdstip ben mocht iemand me willen komen opzoeken.

Zuid-Afrika heeft me in positieve zin verrast. Toen ik in Johannesburg aankwam was ik overdreven op mijn hoede. Mede door de Wilde Westen verhalen in de media dacht ik dat iedere Zuid-Afrikaan op mijn waardevolle spullen uit was. Al snel bleek echter dat de overgrote meerderheid van de Zuid-Afrikanen heel erg warme, aardige en behulpzame mensen zijn. Ik denk ook dat de meeste Zuid-Afrikanen heel goed beseffen dat het WK een unieke kans is om hun land op een positieve manier op de kaart te zetten; de meesten willen dit dan ook niet verpesten. Duidelijk is ook dat de overheid veel waarde hecht aan een verbetering van het land zijn imago. Werkelijk op iedere straathoek vind je een beveiliger en de straffen op criminaliteit zijn zwaar. Zo hoorde ik bijvoorbeeld op de radio dat drie overvallers van sportjournalisten in Zuid-Afrika veroordeeld zijn tot gevangenisstraffen van vier en vijftien(!) jaar. Behalve de mensen heeft ook het klimaat me verrast. Nu wist ik wel dat het winter in Zuid-Afrika is en dat het daardoor wat kouder is, maar zo koud?!? ’s Nachts koelt het in Johannesburg af tot gemiddeld 4 graden Celsius. En wanneer je niet of nauwelijks winterkleding bij je hebt kan dat behoorlijk koud zijn!

Mijn reisroute door Zuid-Afrika is overigens volledig gebaseerd op het speelschema van het Nederlands elftal, nu ik voor de drie groepswedstrijden een kaartje heb weten te bemachtigen en ik de knock-out wedstrijden (waar ik wel van uit ga gezien de tegenstanders in groep E) samen met het Oranje Legioen op een groot scherm ga bekijken. Dit betekent echter wel dat ik tussen de wedstrijden door veel en lang op en neer zal moeten reizen nu alle wedstrijden in verschillende steden worden gespeeld en de speelsteden door het land verspreid liggen. Gelukkig liggen de speelsteden van het Nederlands elftal wel vrij gunstig verspreid. Van Johannesburg (hier werd de eerste groepswedstrijd gespeeld) naar Kaapstad (hier wordt de derde groepswedstrijd gespeeld) moet ik sowieso afreizen, omdat ik na Zuid-Afrika mijn reis door Afrika in Namibië vervolg; en voor de knock-out wedstrijden hoef ik slechts tot halverwege in tegenovergestelde richting terug te reizen. De achtste finale (ik ga ervan uit dat Nederland eerste in groep E wordt) wordt namelijk net als de tweede groepswedstrijd in Durban gespeeld en dit is precies halverwege Johannesburg en Kaapstad. De kwartfinale zal vervolgens in Port Elizabeth gespeeld worden (wat weer halverwege Durban en Kaapstad is) en de halve finale zal in Kaapstad gespeeld worden (het is echter nog maar de vraag of het Nederlands elftal deze ook daadwerkelijk zal bereiken nu ze in de kwartfinale hoogstwaarschijnlijk tegen Brazilië of Portugal zullen moeten aantreden, afhankelijk van wie er eerste en tweede in groep G wordt). Alleen wanneer het Nederlands elftal de finale zou bereiken ben ik op de wedstrijddag niet in de speelstad, omdat de finale in Johannesburg is en het erg veel geld en tijd zal kosten om hier weer naar af te reizen (ik moet immers ook weer terug). Maar wie weet doe ik het toch, want hoe vaak maak je in een mensenleven mee dat je land wereldkampioen voetbal wordt? Juist, waarschijnlijk nooit. Ik heb in ieder geval ontzettend veel zin in de rest van het WK en heb er ook een goed gevoel over. De halve finale winnen we van Engeland (die hebben het wel heel gemakkelijk in de knock-out fase) en in de finale ontmoeten we Duitsland of Spanje, maar dit keer zullen we er wel met de beker vandoor gaan! 

Dag 99 en 100: Chiang Mai, Thailand

Vanmiddag heb ik om 13.30 uur de bus van Chiang Rai naar Chiang Mai genomen. Voor Thaj is Chiang Mai een nationale schat; een beschaafd symbool van onafhankelijkheid. Voor bezoekers is het een koele plaats om te ontspannen en wat Thai-ness op te zuigen terwijl je nog steeds alle gemakken van thuis bij de hand hebt.  Buiten de stadsgrenzen boogt Chiang Mai Provincie op een veelvoud aan bergen en meer natuurlijke bosbedekking dan iedere andere provincie in het noorden, dus trekking en andere outdooruitstapjes zijn big business. De oude stad van Chiang Mai is een net vierkant begrenst door grachten en overblijfselen van een middeleeuwse-stijl muur die 700 jaar geleden gebouwd was om te verdedigen tegen Birmese indringers. Een woeste stroom van verkeer stroomt rond de oude stad, maar binnen vertakken smalle soi de verstopte verkeersaders in een stille wereld van charmerende guesthouses met schaduwrijke tuinen. Behalve wat zaken geregeld heb ik er verder eigenlijk niet veel gedaan (met mijn blog en foto’s uploaden ben ik iedere twee weken minstens één dag kwijt). Wel ben ik de tweede dag in de avond nog even naar de nachtmarkt geweest en heb ik even naar Muay Thai (Thaiboksen) gegekeken. Dit laatste was overigens wel spectaculair om te zien nu het er nogal hard aan toe ging; soms vloog men zelfs uit de ring!

Dag 101: Lampang, Thailand

Vanmorgen heb ik een bus naar Lampang genomen. Lampang is als een low-key, laid-back klein Chiang Mai. Net als zijn grotere tweelingbroer was Lampang gebouwd als een ommuurde rechthoek en kan het zich beroemen op overweldigende tempels. De tempels in Lampang zelf heb ik niet bezocht, maar wel Wat Phra That Lampang Luang in het dorp van Ko Kha, 18 ten zuidwesten van Lampang. Deze tempel is zonder twijfel de mooiste houten Lanna tempel in Thailand. Het is een verbazingwekkende structuur met muren als een enorm middeleeuws kasteel. Om 3 uur ’s middags heb ik de bus naar Sukhothai genomen.

Dag 102: Sukhothai, Thailand

Als je maar één ‘oude stad’ kunt verwerken, dan zou Sukhothai bovenaan de lijst moeten staan; de ruïnes hier zijn beter bewaard en minder stedelijk dan die bij Ayuthaya. Terwijl de oude stad iedereen charmeert is het moderne stadje van Sukhothai (12km van de ruïnes) de belichaming van het gewone. Vandaag de dag liggen de overblijfselen van 21 historische terreinen binnen de oude muren, met een andere 70 binnen een 5km radius. In de centrale zone bezocht ik samen met een Nederlandse onder andere Wat Mai, de Ta Pha Daeng Schrijn, Wat Mahathat (één van de beste voorbeelden van Sukhothai architectuur en de grootste assemblage in de stad), Wat Si Sawai (heeft drie Khmer-stijl praang en een pittoreske gracht), Wat Tra Phang Ngoen, Wat Sa Si (een klassieke simpele Sukhothai-stijl tempel gelegen op een eiland) en Wat Tra Phang Thong (vandaag de dag nog steeds in gebruik). In de andere zone’s bezocht ik onder andere Wat Phra Phai Luang (gelijk in stijl als Wat Si Sawai, maar de praang zijn groter), Wat Si Chum (bevat een massieve zittende boeddha dicht samengedrukt in een open, ommuurde mondòp) en Wat Chang Lom (wordt ondersteund door 36 olifanten die in zijn basis zijn gebeeldhouwd). ’s Avonds heb ik om 22.40 uur de nachtbus naar Ayuthaya genomen.

Dag 103 t/m 105: Bangkok, Thailand

Om 4 uur ’s nachts kwam ik niet aan in Ayuthaya, maar in Bangkok. De chauffeur was vergeten me op de snelweg af te zetten, terwijl ik hem dit meerdere malen gevraagd had. Bangkok is een stad die altijd in beweging is. Oude tempels in de schaduw van moderne winkelcentra, stijgende wolkenkrabbers torenen over bouwvallige krotten, übercoole café’s en restaurants omgeven door simpele straatstalletjes, Bangkok is de samenhang van Thailand’s verleden, heden en toekomst, en een buitengewoon onderwerp voor iedere stedenkenner. In feite, nergens anders in Thailand is khwaam pen thai (“Thai-ness”) zo duidelijk dan wanneer je bekijkt hoe de mensen hun dorpsachtige levens voortzetten voor de 21ste-eeuwse facade. Volgend op de val van Ayuthaya in 1767 werd de hoofdstad kort naar Thonburi gebracht voordat hij verplaatst werd naar de overkant van de rivier in 1782. Maar de naam Bangkok, gedoopt door buitenlanders, refereert eigenlijk naar een klein dorp binnen het grotere beest. De Thaj noemen hun hoofdstad Krung Thep, of Stad der Engelen, een veel kortere versie van de erg officiële tongklakker: Krungthep mahanakhon amonratanakosin mahintara ayuthaya mahadilok popnopparat, ratchathani burirom udomratchaniwet mahasathan amonpiman avatansathit sakkathat tiya witsanukamprasit (’s werelds langste plaatsnaam). Accommodatie vond ik er in Soi Kasem San 1, een goedkope, DIY reizigerscommune, in Siam Square (het centrum van het centrum). Een betere locatie bestaat er volgens mij niet, nu alle grote winkelcentra op loopafstand zijn en je met de Skytrain snel naar alle omringende districten kunt reizen (Siam Square ligt gemakkelijk langs beide Skytrain lijnen). Toeristische bezienswaardigheden en het nachtleven liggen daardoor binnen handbereik, net als Lumphini Park, mocht je ’s morgens of ’s avonds even lekker willen joggen. Ik denk dan ook dat ik in de buurt van dit district een kamer ga zoeken wanneer ik hier in oktober en november ga wonen. Net als in Chiang Mai heb ik er behalve wat zaken geregeld verder eigenlijk niet veel gedaan. De eerste dag heb ik doorgebracht in het winkelcentrum MBK en de tweede dag in een hotel in Soi Kasem San 1. Op de tweede dag ben ik ’s avonds ook nog even gaan shoppen in het winkelcentrum Siam Paragon. Dit was wel hard nodig, want ik had bijna geen fatsoendelijke kleren meer over. De derde dag ben ik om 16.30 uur van Bangkok naar Hong Kong gevlogen. Hong Kong’s altijd groeiende 1103 vierkante km aan territorium is verdeeld in vier hoofdgebieden: Hong Kong Island, Kowloon, de New Territories en de Outlying Islands. Hong Kong Island, voornamelijk Central aan de noordelijke kant, is het economische hart van de kolonie maar omvat slechts 7% van de totale landmassa. De New Territories, die officieel de 234 eilanden omvatten, beslaan daarentegen meer dan 88% van Hong Kong’s landoppervlak. Kowloon is het dichtbevolkte schiereiland in het noorden, waarvan het zuidelijkste punt Tsim Sha Tsui is, met veel hotels, guesthouses en toeristgeoriënteerde winkels. Na aankomst op Hong Kong International Airport, een modern wereldwonder, heb ik een bus genomen naar Tung Chung, vanwaar ik met de metro naar Tsim Sha Tsui ben gereisd. Hier vond ik in Chungking Mansions – een afbrokkelend blok dat uit het dure onroerend goed van Nathan Rd rijst en gestapeld is met vuil-goedkope hostels, guesthouses, curryhuizen, immigranten en alle soorten handelaars – misschien wel de goedkoopste kamer in heel Hong Kong (60 Hong Kong dollar, zo’n 5,50 euro). Dit was overigens ook aan de kamer – een celachtige ruimte met niets meer dan een bed en ventilator – af te zien, want het was de slechtste kamer waarop ik tot nu toe heb geslapen.

Dag 106 t/m 108: Hong Kong

Als Hong Kong een persoon was, zou ze een moeilijke vrouw zijn om te begrijpen. Hong Kong’s complexe persoonlijkheid komt door haar Sino-Britse verleden, maar het is  het decennium erna dat werkelijk zijn karakter heeft gevormd. Het overleven van een gedeeltelijke reïntegratie met China, een zeven-jarige economische recessie, vogelgriep en Severe Acute Respiratory Syndrome (SARS) hebben Hong Kong een nieuw zelfbeeld gegeven. De stad is positief florerend en voor de reiziger is het onmogelijk de vibe niet te pakken. Hong Kong is duur, maar het heeft ook iets voor iedereen: winkelcentra met koopjes in overvloed; romantische uitzichten over Victoria Harbour op één van ’s werelds meest indrukwekkende skylines; meer dan 10.000 restaurants en tientallen keukens; en enkele van Azië’s meest swingende nachtlevens. Maar er zijn ook verrassingen. Wist je bijvoorbeeld dat het meeste van Hong Kong eigenlijk groene heuvels en bergen is perfect om te wandelen? Of dat veel mensen nog steeds ‘helgeld’ verbranden voor hun dode voorouders? De eerste dag heb ik de noordelijke kant van Hong Kong Island verkend. De noordelijke en zuidelijke kanten van Hong Kong Island hebben totaal verschillende karakters. De noordelijke kant is vooral een stedelijke jungle. Veel van het zuiden blijft daarentegen verrassend groen en relatief onontwikkeld. Het centrum van het eiland is een bergachtig, beschermd gebied en een gemakkelijke ontsnapping. Allereerst maakte ik een wandeling door het meer traditionele Sheung Wan, wat een wonderbaarlijke (en gemakkelijke) stap terug in Hong Kong’s verleden was. In Central bezocht ik de Man Mo Tempel (één van de oudste in Hong Kong) en de Mid-Levels Roltrap (de langste in de wereld; transporteert voetgangers 800m van Queen’s Rd Central via SoHo helemaal naar boven naar Conduit Rd in Mid-Levels in 20 minuten). Toen het eindelijk even gestopt was met regenen – het regende zowat de hele dag – en de lucht enigszins opgeklaard was ben ik in het International Finance Centre (wederom een modern wereldwonder) met een lift naar de 55e verdieping gegaan vanwaar ik een fantastisch mooi uitzicht had op de wolkenkrabbers en de haven. Dit uitzicht was misschien wel het mooiste uitzicht dat ik ooit in mijn leven heb gezien. Na dit hoogtepunt van de dag bezocht ik in Wan Chai het Hong Kong Convention & Exhibition Centre, een kolossaal gebouw aan de haven dat zich kan beroemen op ’s werelds grootste ‘glasgordijn’ – een raam zeven verdiepingen hoog. Voordat het duister werd wilde ik ook nog met de Peak Tram (’s werelds steilste kabelspoorweg) naar de Peak Tower, zodat ik het beste panoramische uitzicht op Hong Kong zowel overdag als ’s nachts kon ervaren. Helaas zat dit er vandaag niet in, omdat een wolk het zicht beperkte. In totaal heb ik vandaag zo’n 12 uur door de noordelijke kant van Hong Kong Island gelopen. De tweede dag heb ik er behalve wat zaken geregeld verder eigenlijk niet veel gedaan. Wel ben ik om 8 uur ’s avonds nog even naar de Symphony of Lights gaan kijken. De skyline van Hong Kong is al indrukwekkend, maar om te zien hoe hierop van bovenop de gebouwen van Hong Kong Island de grootste licht- en lasershow ter wereld wordt geprojecteerd is helemaal indrukwekkend. De derde dag ben ik om 14.45 uur van Hong Kong naar Kuala Lumpur en om 1.20 uur van Kuala Lumpur naar Johannesburg gevlogen. Op de vlucht van Hong Kong naar Kuala Lumpur was er overcapaciteit, waardoor ik mocht verhuizen naar de business class. Je snapt dat ik – Nederlander als ik ben – hier natuurlijk wel even van moest profiteren, waardoor ik naast een heerlijk vijfgangenmenu ook de nodige champagne heb weggesipt. Genieten dus!

Dag 109: Soweto, Zuid-Afrika

Vanmorgen landde ik in de vroege ochtend in Johannesburg. Aanvankelijk wilde ik het centrum van Johannesburg gaan verkennen, maar omdat in mijn reisgids stond dat je het centrum van Johannesburg in de weekenden moet vermijden besloot ik hier toch maar van af te zien (achteraf gezien bleek dit geen onzin te zijn nu er continu mensen werden opgepakt). In plaats daarvan bracht ik een bezoek aan Soweto, ’s werelds beroemdste township. Soweto (kort voor ‘South West Townships’) ontwikkelde als een machtsmiddel: een manier om niet-blanken de stad uit te verplaatsen zodat de autoriteiten hun beweging konden beperken terwijl ze dicht genoeg in de buurt bleven om gebruikt te worden als werkers voor welvarende blanken. De township heeft een lange weg afgelegd sinds de donkere dagen van de apartheid. Gesitueerd 15km van centraal Johannesburg en strekkende zover het oog kan zien, hedendaags Soweto is zowel thuis aan middenklasse buitenwijken en miljonairs huizen als goedkope huisvesting en krakersketens. De prijzen van onroerend goed stijgen en Soweto’s welgestelde klasse, gelabeld ‘zwarte diamanten’, geven hun geld uit in de township’s glanzende nieuwe winkelcentra en trendy bars en restaurants. Soweto’s populariteit neemt toe onder toeristen, die hiernaartoe stromen om diepgevoelde oriëntatiepunten zoals het Hector Pieterson Museum of Vilakazi St, het voormalige huis van Nobel Vrede Prijs Laureaten Nelson Mandela en Desmond Tutu, beide helden in Zuid-Afrika’s verhaal van transformatie, te bezoeken. Het is echter veel te makkelijk om Soweto’s problemen te verdoezelen in plaats van zijn succesverhalen te benadrukken. Soweto mag dan wel de rijkste township in Zuid-Afrika zijn, maar de verdeling tussen rijk en arm blijft één van de grootste op aarde. Meer dan de helft van Soweto’s inwoners is werkloos en velen leven in wanhopige armoede. Criminaliteitscijfers zijn nog steeds hoog en de straten zijn in de weekenden vol met begrafenisprocessies aangezien meer en meer mensen hun levens aan HIV/AIDS verliezen. Soweto’s problemen zullen niet van de ene op de andere dag opgelost worden, maar met toenemende investering door zowel de overheid als grote bedrijven is er een groeiend optimisme in de township. Ondanks dat het nog diepgetrokken is in de geschiedenis van zijn worstelingen is hedendaags Soweto levend met verandering en de belofte van een betere toekomst. Omdat ze op het vliegveld maar liefst 300 Zuid-Afrikaanse rand (zo’n 30 euro) vroegen voor een taxi naar het centrum (en dan ben je nog niet in Soweto) besloot ik met een minibusje naar Kempton Park te gaan, vanwaar ik een ander minibusje naar het centrum van Johannesburg heb genomen. Van hieruit ben ik vervolgens weer met een ander minibusje naar Soweto gegaan. Ondanks dat het een township is kun je er overdag gerust op eigen houtje doorheen lopen – iets wat overigens niet door veel toeristen gedaan wordt; de meesten boeken een georganiseerde toer. In het omringende gebied van Vilakazi St bracht ik onder andere een bezoek aan het Mandela House Museum (waar Nelson Mandela leefde met zijn eerste vrouw, Evelyn, en later met zijn tweede vrouw, Winnie Mandela), het Hector Pieterson Museum (biedt inzicht in het leven in Soweto en de geschiedenis van de onafhankelijkheidsstrijd), het Hector Pieterson Gedenkteken (herdenkt de 13-jarige Hector Pieterson die dood werd geschoten in de aanloop naar de Soweto opstand) en de Orlando Torens (één toren is gedecoreerd met een kleurrijke muurschildering die onder andere Nelson Mandela, zangeres Yvonne Chaka Chaka en een voetbalstadion afbeeldt). Na mijn bezoek aan Soweto ben ik met minibusjes dezelfde route teruggereisd naar het vliegveld (tijdens het ritje per minibus van Soweto naar het centrum van Johannesburg botste het minibusje waarin ik zat op een auto die voor ons reed). Op het vliegveld heb ik – omdat ik geen accommodatie  had (alles wat nog niet volgeboekt was, was te duur) en ik de volgende dag sowieso weer op het vliegveld moest zijn (een Nederlander die mijn creditcard en wat andere spullen voor me mee zou nemen zou dan aankomen) – de nacht doorgebracht.

Dag 110: Johannesburg, Zuid-Afrika

Vanmorgen trof ik om half 8 de Nederlander die me mijn creditcard en mijn andere spullen overhandigde, waarna ik mijn tickets voor de groepswedstrijden van het Nederlands elftal ophaalde (voor het ophalen van deze tickets en al mijn bustickets moest ik mijn creditcard tonen, vandaar dat ik deze per se door iemand naar Zuid-Afrika moest laten meenemen). Naast mijn eigen tickets kreeg ik echter ook die van Olmo, dit terwijl hij ze geannuleerd had. Een meevaller dus. Mijn extra ticket voor Kameroen – Nederland ruilde ik met een Zuid-Afrikaan voor een ticket voor Griekenland – Argentinië en mijn extra ticket voor Nederland – Denemarken verkocht ik aan een Canadees, met wie ik samen naar de wedstrijd ben geweest. Met een minibusje ging ik naar Kempton Park, vanwaar we met een aantal Nederlanders een minibusje namen naar het Soccer City Stadion (in dit minibusje bleek maar weer eens hoe klein de wereld soms wel niet is: ik ontmoette er mensen uit Margraten en Mechelen die ook weer allemaal mensen konden die ik kon). Dit stadion behoort toch wel tot de mooiste die ik ooit in mijn leven heb gezien. Ondanks dat de wedstrijd zelf niet heel erg goed was (Nederland won met 2 – 0), was de sfeer voor, tijdens en na de wedstrijd wel heel erg goed. Het blijft geweldig om te zien hoeveel Nederlanders zich iedere twee jaar wel niet in het oranje kleden. Na de wedstrijd ben ik met een bus terug naar het centrum van Johannesburg gegaan, van waaruit ik een taxi naar mijn backpacker in Yeoville heb genomen. Hier sliep ik voor 250 Zuid-Afrikaanse rand (zo’n 25 euro) in een dorm, mijn duurste overnachting gedurende mijn reis door Zuid-Afrika en tevens mijn duurste overnachting tot nu toe. Yeoville, een gevaarlijke buitenwijk van Johannesburg, is overigens echt Bijlmer: alcoholisten, criminelen, drugsdealers, drugsverslaafden, hoeren en moordenaars; ze zijn er allemaal te vinden.  Het is dan ook niet zo heel erg gek dat alle huizen hier met een dikke laag prikkeldraad beschermd zijn. ’s Avonds moest ik er mijn busticket voor de volgende morgen nog bij een supermarkt ophalen, maar omdat het te gevaarlijk was om alleen over straat te lopen liep een medewerker van de backpacker met me mee. Ook wanneer je ’s avonds van de ene naar de andere backpacker wou (de backpacker had twee vestigingen) moest een medewerker of beveiliger van de backpacker met je meelopen.

Dag 111: Graskop, Zuid-Afrika

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik om 7.50 uur de bus naar Hazyview had. Vanuit Hazyview heb ik vervolgens een minibusje naar Graskop genomen. Mede doordat de bus van Johannesburg naar Hazyview een uur later dan gepland vertrok en ik in Hazyview een aantal uur heb moeten wachten voordat het minibusje vertrok (minibusjes vertrekken in Afrika pas wanneer ze helemaal vol zijn) kwam ik er pas rond 6 uur aan. ’s Avonds heb ik samen met wat andere backpackers Brazilië – Noord-Korea gekeken.

Dag 112: Blyde Rivier Canyon, Zuid-Afrika

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik met twee Amerikanen mee kon om de Blyde Rivier Canyon te verkennen. Met bijna 30km lang is Blyde Rivier Canyon één van Zuid-Afrika’s opmerkelijkste natuurlijke kenmerken. Veel ervan wordt begrenst door het 26.000-hectare Blyde Rivier Canyon Natuurreservaat, dat vanaf Graskop noordelijk windt, de Drakenberg Steilte volgt en de Blyde Rivier ontmoet wanneer het het laagveld inschuifelt. Het merendeel van de bezoekers rijdt langs de afgrond van de canyon en er zijn genoeg uitkijkpunten langs de weg waar je kunt stoppen en met ontzag kunt staren. Ik bezocht er onder anderen de indrukwekkende Lissabon Watervallen, de Berlijn Watervallen en Wonder View en God’s Window – twee uitzichtpunten met verbazingwekkende vergezichten en een nog verbazingwekkendere hoeveelheid ambachtstalletjes. Helaas moesten de twee Amerikanen om 11 uur aan een wandeling beginnen, waardoor ik niet alles van de Blyde Rivier Canyon heb kunnen zien. Zelf moest ik ook op tijd weg, want ik wou dezelfde dag nog Marloth Park bereiken. Met minibusjes reisde ik vanuit Graskop achtereenvolgens naar Sabie, Nelspruit en Malelane, vanwaar ik een laatste minibusje naar Komatipoort nam dat me halverwege bij de afslag Marloth Park afzette. Van hieruit liftte ik met twee Zuid-Afrikanen naar mijn backpacker in Marloth Park. Deze fascinerende vestiging is meer als een menselijke dierentuin dan een stadje. Het Kruger Park tuurt over één van zijn schouders, terwijl de andere tegen een game reservaat aanleunt dat het ware centrum van het stadje is. Een paar winkels met basisbenodigdheden en een benzinestation zijn geparkeerd op de hoofd cirkelweg. Er zijn niet veel omheiningen aangezien die het wildleven verhinderen de rivier te bereiken of rond te lopen. Dus dieren heersen over de straten, tuinen en het algemene leven. Na aankomst ben ik er nog even naar een uitkijktoren bij de Krokodillenrivier geweest waar ik twee krokodillen zag en een tiental olifanten. Op de terugweg staken een aantal wildebeesten de weg over en ook bij de backpacker trof ik weer een aantal wildebeesten. ’s Avonds kon je bij de backpacker het gebrul van leeuwen horen.

Foto’s

4 Reacties

  1. olmo:
    21 juni 2010
    Ouwe!! Je verhalen zijn weer dope! Een tip gooi er wat meer zieke humor in en ze zijn nog boeiender! Hier gaat alles zijn gangetje ben jarig geweest en egt een dope weekend gehad. De foto's van hongkong waren overigens egt BRUUUUT!!!!! Hou je haaks jonge en we mailen! Peace!!! Eyeyey!
  2. Paul Bosch:
    22 juni 2010
    Hey Brutus!

    Wat vet dat je naar een wedstrijd van NL geweest bent! Zijn die kaartjes lastig te krijgen daar? Mooie verhalen man, volgens mij ben je echt een stuk wijzer als je terugkomt dan je was toen je weg ging, maar dat is natuurlijk niet zo lastig hè.. :P HoHO!

    Voorzichtig daar hè, voor je het weet gebeurd dit:
    http://wk.belgiumsoccer.be/nieuws/lees/2010-06-22/zuid-afrikaan-moet-vuvuzela-uit-aars-laten-verwijderen

    Groeten!
  3. Gerlachertjes:
    23 juni 2010
    He Roy,

    Weer leuk om alles wat je gezien hebt en meegemaakt hebt te vernemen hier op het thuisfront. Alheb ik al veel vernomen via de telefoon. Hier op je log kan ik nog de details lezen die jij mij nog niet verteld hebt. Zou gaaf zijn als Oranje WK won vooral nu jij daar bent. Moet je wel terug komen om dat feest in Amsterdam mee te maken; ha, ha, ha! Kost het je nog meer geld. Nog effe en dan kin ich dich weer eens echt in de ouge kieke.Geniet van het voetbal want dat maak je niet nog eens mee.
    Groetjes en kusjes de gerlachertjes.
  4. olmo:
    1 juli 2010
    kheb de foto's gecheckt man !!!! facking dope jonguh!! geniet ervan ma dat zal je zeker doen ;) we misse je jonge !!!

    ltr !!!! Ollie