Noord- en Centraal Luzon

29 december 2010 - Manila, Filipijnen

HALÓ!!!

Ditmaal alleen een blog, en nauwelijks foto's. Het grootste deel van de foto's (dag 297 t/m 302) ben ik namelijk kwijt geraakt, doordat ik mijn USB-stick op de openbare computer in mijn guesthouse in Manila heb laten steken. Daarnaast ben ik ook vergeten een back-up op mijn laptop te maken, iets wat ik normaal juist altijd doe. Heel erg stom van mezelf dus, want het waren nu net de mooiste foto's! Hoe dan ook, wederom veel leesplezier en vergeet vooral ook geen reactie achter te laten!

Dag 295: Tunku Abdul Rahman Nationaal Park, Maleisië

Slecht een paar kilometer van het KK waterfront is Tunku Abdul Rahman Nationaal Park. Het park omvat vijf mooie uit de kust gelegen eilanden: Gaya, Mamutik, Manukan, Sapi en Sulug, die allemaal met gemak kunnen bezocht als dagtochten vanuit KK. Deze eilanden hebben enkele van Borneo’s beste stranden, kristalhelder water en enkele tamelijk gezonde koralen en tropische vissen. Ik zelf heb er een dagtocht naar Mamutik gemaakt, waar je het beste kunt snorkelen, met een gezonde koraaltuin aan de westkant. Het heeft ook een mooie strek strand en enkele kampeerterreinen. Op het eiland snorkelde ik in totaal zo’n vier uur rond en naast heel wat tropische vissen zag ik er ook een aantal varanen; een haai zag ik helaas niet, al hoorde ik achteraf van een medereiziger dat deze hier wel zaten. Om vier uur had ik weer de boot terug naar KK, waar ik het de rest van de dag rustig aan heb gedaan.

Dag 296: Angeles, Filippijnen

Ondanks dat ik tweeënhalf uur van tevoren vanuit mijn backpacker richting vliegveld was vertrokken (dat slechts 10km van mijn backpacker lag), arriveerde ik hier nog maar net op tijd. Ik wilde namelijk geen taxi nemen, waardoor ik eerst 2km door de snikkende hitte naar het busstation heb moeten lopen. Hier heb ik een tijdje moeten wachten op een minibusje richting het vliegveld, dat me op een toegangsweg naar het vliegveld afzette, vanwaar ik wederom 1km door de snikkende hitte heb moeten lopen. Ik vloog dan ook helemaal doorweekt om 13.40 naar Clark, wat overigens een erg mooie vlucht was. Vanuit het raampje had je namelijk een erg mooi uitzicht op de eilanden van Tunku Abdul Rahman Nationaal Park en de zuidkust van Palawan (het mooiste eiland van de Filippijnen), naast nog enkele andere eilanden. Hoogtepunt was het groene koraal rondom Gaya, dat je vanuit vogelperspectief goed kon traceren. In de namiddag landde ik in Clark, van waaruit ik een jeepney naar Angeles heb genomen.

Dag 297: San Fernando, Filippijnen

Na sinds lange tijd weer eens lekker lang te hebben uitgeslapen heb ik in de namiddag een jeepney naar Dao genomen, van waaruit ik weer een andere jeepney naar San Fernando, de ‘Kerstmis Hoofdstad van de Filippijnen’, heb genomen. Hier ben ik in de Robinson’s Starmills naar het Giant Lantern Festival gegaan, waarbij negen barangays om de winst voor de mooiste lantaarn streden. Dit was wel leuk om eens meegemaakt te hebben.

Dag 298: Baguio, Filippijnen

Vandaag heb ik me bezig gehouden met het uploaden van mijn foto’s. Tegen de avond heb ik een jeepney naar Dao genomen, van waaruit ik een bus naar Baguio nam. Ik hoopte hier bij aankomst gelijk met een andere bus naar Sagada door te kunnen reizen, maar dit zat er vandaag helaas niet meer in. Het was namelijk al laat in de avond, waardoor de laatste bus naar Sagada al was vertrokken. Noodgedwongen heb ik de nacht dus niet in de bus naar Sagada, maar in een jeugdherberg in Baguio door moeten brengen.

Dag 299: Sagada, Filippijnen

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik zo vroeg mogelijk de bus naar Sagada wilde hebben om zodoende ook zo vroeg mogelijk in Sagada te arriveren. De busrit over de Halsema Hwy moet één van ’s werelds meest schilderachtige ritjes zijn. De weg, een echte ingenieurprestatie toen het in de twintiger jaren was gebouwd, slingert langs een smalle bergkam, meestal hoog boven 2000m (het hoogste punt is 2225m). Het biedt verbazingwekkende, vaak verstijvende uitzichten op de steile valleien, felgroene rijstterrassen en de op één na hoogste piek van de Filippijnen, Mt Pulag (2922m). Na gedurende 6 uur heen en weer te zijn geslingerd arriveerde ik in de middag in Sagada. Sagada (1477m) is een heerlijk laid-back dorp waar je in slaap kunt vallen op het geluid van kippen en cicades in plaats van auto’s en karaoke. Het is thuis aan het hartelijke Kankanay bergvolk en is gelegen tussen scherpe kalksteenrotsformaties die door Sagada’s rijke bossen snijden. Avonturiers zullen een hoop vinden om te ontdekken in het gebied, inclusief spookachtige begraafgrotten en hangende doodskisten, een ondergronds riviersysteem en verscheidene watervallen. Ik heb er de half daagse cave connection in de Lumiang en Sumaging Grot gedaan. Deze grotten zelf waren op zich niet zo heel bijzonder, maar het kruipen door de nauwe doorgangen en het via touwen afdalen naar het diepe binnenste van de grot was erg avontuurlijk. Zonder gidsen was dit dan ook zeker niet te doen geweest.

Dag 300: Bontoc, Filippijnen

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik – alvorens ik een jeepney naar Bontoc zou nomen – nog wat meer van Sagada wilden hebben gezien. Ik ben naar de Echo Vallei gewandeld, waar ik op verschillende plaatsen hangende doodskisten zag. Één hangende doodskist was hier wegens ouderdom uit elkaar gevallen, waardoor je de botten van het skelet van de overledene op de grond zag liggen. In de buurt van de Echo Vallei zag ik ook nog de ondergrondse rivier en de Motang Grot, maar beiden waren niet echt bijzonder. Even voor de middag ben ik op het dak van een jeepney naar Bontoc gereisd. Je moest je goed vasthouden wilde je er door het vele geslinger niet van af vallen, maar je had dan wel mooie uitzichten op de rijstterrassen en rivier. Een klein uur later arriveerde ik met een blauwe kont van al het gehobbel in Bontoc. Dit Wilde Westen grensstadje is het transport- en marktcentrum van de centrale Cordillera. Je kunt er nog steeds stamoudsten met tatoeages op hun hele lichaam en g-strings door de straten zien wandelen, vooral op zondag wanneer mensen van de omringende dorpen afdalen om hun waren op Bontoc’s bruisende markt te verkopen. Ik ben er naar één van de rijstterrassen even buiten het stadje geweest en daarna ben ik er ook nog naar het Bontoc Museum geweest, dat fascinerende tentoonstellingen heeft over elk van de regio’s belangrijkste stammen. Aanvankelijk wilde ik er ook nog naar de steen ommuurde rijstterrassen van Maligcong, die die van Batad (zie hierna) evenaren, maar het bleek niet zo makkelijk om hier nog in de middag te geraken. Voor de één-na-laatste jeepney hiernaartoe was ik namelijk vijf minuten te laat en de volgende jeepney was pas om half 3. Dit zou echter betekenen dat ik hier maar drie kwartier zou hebben om er rond te wandelen nu de laatste jeepney al om 4 uur terug ging (het ritje hiernaartoe was 45 minuten); niet echt een optie dus. Ook een tricycle was geen optie, omdat deze hier wegens een wegblokkade veroorzaakt door een landverschuiving niet konden geraken. De rest van de middag en avond heb ik het daarom maar rustig aan gedaan.

Dag 301: Batad, Filippijnen

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik zo vroeg mogelijk de bus naar Banaue wilde hebben om zodoende in Banaue nog met één van de ochtend jeepneys naar Batad mee te kunnen. In Banaue aangekomen bleek echter dat er helemaal geen ochtend jeepneys waren, alleen één in de middag, maar dit was veel te laat. Ik besloot daarom maar met een local mee te rijden die sowieso die kant op ging. Ik stopte bij het Batad Kruispunt, waarna ik op het dak van een andere jeepney naar de saddle ben meegereden. Met een groep Zuid-Koreanen ben ik vervolgens naar Batad gewandeld. Om de Ifugao rijstterrasen echt in al hun glorie te zien moet je naar Batad (900m), genesteld halverwege een imposant amfitheater van rijstvelden, trekken. De meeste inwoners beoefenen nog steeds traditionele stamgebruiken in wat één van de meest serene, foto-perfecte dorpen moet zijn op aarde. In het dorp aangekomen genoten we van het uitzicht van het uitkijkpunt, waarna we naar de schitterende 25m-hoge Tappiya Waterval met zwemgat zijn gewandeld. Ikzelf ben op de terugweg naar het dorp ook nog even naar een ander uitzichtpunt gelopen, vanwaar het uitzicht op de rijstterrassen zowaar nog beter was. Om vijf uur hebben we – uitgeput van de zware wandelingen van vandaag (één Zuid-Koreaan kreeg kramp en moest de drie kwartier durende wandeling van Batad naar de saddle met kramp voortzetten) – een jeepney terug naar Banaue genomen.

Dag 302: Banaue, Filippijnen

Banaue is synoniem met Luzon’s beroemdste icoon, de op de Unesco Werelderfgoed-lijst gezette Ifugao rijstterrassen, meer dan 2000 jaar geleden uit de heuvels geëtst met gebruik van primitieve gereedschappen en een ingenieus irrigatiesysteem. De Ifugao hadden in geen geval een monopolie op rijstterrassen in de Cordillera, maar ze waren zonder twijfel wel de beste beeldhouwers, zoals de fascinerende weergave die op Banaue uitkijkt suggereert. Banaue zelf – een haveloze verzameling gebouwen met tinnen daken langs een bergkam – verpest dingen daarentegen vaak voor degenen die op zoek zijn naar een perfect ooh-en-ahh moment. Het perfecte ooh-en-ahh moment is echter niet ver weg, namelijk in Batad. Maar ook twee kilometer noordelijk van het stadje kun je het perfecte ooh-en-ahh moment beleven, namelijk bij het uitzichtpunt waar je kunt lonken naar rijstterrassen zoveel als je hart begeert. Ik nam hier een tricycle naar toe en ben vervolgens over de weg terug naar het dorp gelopen. Langs deze weg lagen nog een paar andere uitzichtpunten, maar het hoogstgelegen uitzichtpunt was toch wel het spectaculairst. In de middag heb ik het rustig aan gedaan en ’s avonds heb ik om 7 uur de bus naar Santa Rita genomen.

Dag 303 t/m 306: Angeles, Filippijnen

Midden in de nacht kwam ik aan in Santa Rita. Van hieruit ben ik met jeepneys via San Fernando en Dao terug naar Angeles gereisd. In Angeles heb ik ook Kerstmis gevierd. Vantevoren had ik er rekening mee gehouden dat dit de moeilijkste periode tijdens mijn hele wereldreis zou worden, maar het bleek gelukkig reuze mee te vallen. Echt eenzaam heb ik me, mede door de telefoontjes met het thuisfront, niet gevoeld en daarnaast hielp het ook enorm dat Kerstmis in de Filipijnen ondanks dat het één van de enige overheersend Christelijke landen in Azië is (bijna 90% van de bevolking beweert Christen te zijn en meer dan 80% Rooms-Katholiek) niet zoals bij ons wordt gevierd. Door het ontbreken van kerstversiering op straat ontbrak bij mij ook het echte kerstgevoel, waardoor het gemis van mijn familie tijdens deze dagen gelukkig beperkt bleef.

Dag 307: Manila, Filippijnen

In de namiddag heb ik een jeepney genomen naar Dao, van waaruit ik een bus naar Manila nam. Manila’s bijnaam, de ‘Parel van de Oriënt’, had niet meer passend kunnen zijn – zijn chagrijnige schelp onthult zijn juweel slechts aan diegenen die resoluut genoeg zijn om er hun neus in te steken. Geen vreemde voor tegenspoed, de stad heeft iedere ramp doorstaan die zowel mens als natuur op hem konden gooien, en ondanks dat floreert de chaotische 600-vierkante-km metropool vandaag de dag als een echte Aziatische megastad. Glanzende wolkenkrabbers doordringen de wazige lucht, als paddestoelen uit de grond schietend van de schrijnende armoede van uitgestrekte sloppenwijken. De verstopte wegen grauwen met verkeer, maar zoals de overwerkte aderen van een zwetende reus, zijn zij wat deze moderne metropool levend houden. De toeristenriem van Ermita en Malate pronkt met een ongeremd nachtleven dat de go-go bars van Bangkok doet blozen, en de glanzende winkelcentra van Makati kondigen Manila’s nieuwe air-conditioned wereld aan. Degenen die vastberaden zijn zullen Manila’s tere ziel ontdekken, mogelijkerwijs langs de beschaduwde binnenhoven en met kinderkopjes geplaveide straten van sereen Intramuros, waar weinig is veranderd sinds de Spanjaarden zijn vertrokken. Of het zou in de werveling van rust kunnen zijn die optreed uit de vrijgevigheid van één van de stad zijn 11 miljoen inwoners.

Dag 308: Manila, Filippijnen

Vandaag heb ik Manila verkend. Allereerst ben ik naar de oud ommuurde stad Intramuros gegaan. Deze ruime stad van brede straten, beschaduwde pleinen en lieflijke koloniale huizen was het belangrijkste voorwerp van Spaans Manila. Ten minste dat was het tot en met WOII, toen de Amerikanen en Japanners het hele gebied met de grond gelijk maakten. Slechts een handvol gebouwen overleefden de vuurstorm; meer dan 100,000 Filippijnse burgers waren niet zo gelukkig. De Spanjaarden vervingen het originele houten fort met steen in 1590 en deze muren staan nog steeds zoals ze 400 jaar geleden stonden. Ze hebben nog steeds overal bastions en ze zijn nog steeds doorboord met poorten (puertas). Ik bezocht er onder andere de grootse Romaanse Manila Kathedraal, Fort Santiago (Manila’s belangrijkste toeristenattractie) en de kerk San Agustin. Deze laatste bezienswaardigheid is het interessantste gebouw dat de Strijd van Manila heeft overleefd. Het interieur is werkelijk overvloedig en het plafond, geverfd in driedimensionaal reliëf, deed me mijn gezichtsvermogen in twijfel trekken. Van een afstand leek het namelijk plat, maar naarmate je dichterbij kwam ging je serieus twijfelen of het nu twee of drie dimensionaal was. Na Intramuros, waar ik tegen een belachelijk hoge prijs (3030 Filippijnse pesos, zo’n 53 euro; het duurste visum tot nu toe) ook nog mijn visum verlengde, ben ik naar Rizal Park gegaan. Het 60-hectare Rizal Park is één van de weinige stukken groen in Manila en biedt stedelingen een plaats om te vertragen tussen siertuinen en een heel pantheon van Filippijnse helden. Ik bezocht er onder andere het Rizal Gedenkteken, de Chinese tuin, de plek van Rizal’s executie, de Japanse tuin en de gigantische driedimensionale reliëf map. Net als Intramuros vond ik het echter maar weinig bijzonder, en aangezien dit twee van de drie belangrijkste toeristenattracties van Manila zijn (de derde is de Chinese begraafplaats), zou ik Manila dan ook zeker niet willen aanraden voor een ieder die ook ooit van plan is naar de Filippijnen te gaan. Ik vind Manila namelijk maar een lelijke stad, die daarnaast ook niet geheel ongevaarlijk is. Zo luidden enkele krantenkoppen in het Metro gedeelte van de Philipine Daily Inquirer van 27 december 2010 bijvoorbeeld als volgt: ‘7 hurt in shooting on Christmas Day’; ‘Man defends mother, stabs father dead’; ‘Driver killed for trying to pacify neighbors’; ‘Attack on watchman leads to arrest of 5’; en ‘Man hangs self on Christmas’. En dat was dus nog met Kerstmis. Je kunt je dagen dan ook veel beter besteden op Palawan of op één van de vele andere mooie eilanden die deel uitmaken van de Visayas. En dat is dan ook precies wat ik de komende drie weken ga doen... Genieten!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

2 Reacties

  1. olmo:
    2 januari 2011
    ouweeee hier ook nog eens zalig nieuwjaar !!!! heb ut me weer eens allemaal doorgelezen. geniet van skaffa Rhofer country !!!!

    Peacee
  2. Wyno:
    4 januari 2011
    He Roy, allereerst nog de beste wensen voor het nieuwe jaar.
    Wat een een avontuur en dan heb ik nog niet eens alle 308 reisdag verslagen gelezen, maar te zwijgen om dit allemaal met eigen ogen te mogen aanschouwen.
    Zeer inspirerend.
    gr. Wyno(en Dian ofcourse)