Thailand & Singapore

3 november 2010 - Singapore, Singapore

SAWÀT DII KHRÁP!!!

Dag 239: Ko Tao, Thailand

In de vroege morgen kwamen we aan op het treinstation van Chumphon. Vanuit hier hebben we de bus naar de pier van Chumphon genomen, van waaruit we met de veerboot naar Ko Tao zijn gevaren. Bergachtig Ko Tao zit op een richel van koraalriffen als een zonnebadende schildpad (tao betekent ‘schildpad’). Het eiland is bekend als een duik- en snorkelmekka dankzij de hoge zichtbaarheid van het water, overvloedige koraal en diverse marineleven. De afwezigheid van traditionele groepstoeristen houdt de prijzen laag, maar in de populariteitswedstrijd met de andere Golf Kust eilanden is Ko Tao de achterstand in aan het lopen. Maar of je nu een ambitieuze duiker op een goedkope certificeringmissie bent, een new-age spa junkie of gewoon een all-round zonaanbidder, iedereen vindt wel een beetje van wat die wil op Ko Tao. Nadat we er accommodatie hadden gevonden huurden we een scooter waarmee we het eiland zijn gaan verkennen. Allereerst zijn we naar Chalok Baan Kao gereden waar we een frisse duik in de Taatoh Lagune namen. Nadat we waren afgekoeld zijn we wat gaan eten in een restaurantje met een mooi uitzicht op Thian Og Bay. Vanuit dit restaurantje zagen we ook Shark Island liggen. Daar moesten we dus wel heen! Om hier te komen was echter nog niet zo gemakkelijk. De weg hiernaartoe was niet alleen erg stijl, maar ook nog eens ongeasfalteerd (dit net als de meeste andere wegen op Ko Tao) en vol met kuilen en stenen; het ritje hiernaartoe behoort dan ook tot de moeilijkste die ik ooit heb gemaakt. Bij aankomst op Sai Daeng Beach huurden we een snorkelset waarna we zijn gaan snorkelen. Haaien zagen we helaas niet, wel een heleboel tropische vissen. Na Sai Daeng Beach zijn we nog naar een aantal hoger gelegen bungalows gelegen vanwaar we een mooi uitzicht hadden op de westkust van Ko Tao. Echt genieten van het uitzicht konden we hier echter niet, omdat we lek werden gestoken door de muggen. Bij een resort aan de andere kant van het eiland (het noorden), waren de muggen zowaar nog agressiever. Zelfs in de douche werd je hier nog gestoken. Snel dus maar het zwembad in! En wat voor een zwembad! In de zogenaamde ‘infinity pool’ van dit resort klapten we een aantal biri’s en genoten we van de mooiste ondergaande zon van mijn wereldreis tot nu toe. Door een foutmelding van mijn geheugenkaart heb ik helaas geen foto’s van de paarsrode lucht kunnen nemen, maar gelukkig heeft Melvin, onze nieuwe Edwin Smulders, hier wel een paar topshots van geschoten (zie ‘Thailand-foto’s Melvin’ onder links). ’s Avonds hebben we het rustig aan gedaan, omdat we moe waren van de nachtelijke treinrit naar Chumphon waarin we allen niet of nauwelijks hadden geslapen.

Dag 240: Ko Pha-Ngan, Thailand

Vanmorgen hebben we om 10 uur de veerboot naar Ko Pha-Ngan genomen. Op de veerboot ontmoetten we heel toevallig een Thaise (Katoon) die in de bar van de jeugdherberg werkte waar wij in Bangkok in verbleven. Haar vrienden zouden later die dag ook op Ko Pha-Ngan arriveren, maar tot die tijd hield ze ons gezelschap. Nadat we in Haad Rin bij ons resort hadden ingecheckt, zijn we naar Haad Rin Nok, één van de twee stranden in Haad Rin, gegaan. Hier hebben we de rest van de middag gechillt. Melvin en Noud huurden er ook nog twee jetski’s, al hadden ze dat achteraf beter niet kunnen doen. Vrijwel meteen nadat ze waren vertrokken botsten ze namelijk op elkaar met als gevolg de nodige schade. Aanvankelijk konden ze wel nog gewoon doorrijden, maar na een tijdje begaf de jetski van Melvin het. Één van de medewerkers van het jetski-verhuurbedrijf haalde hem vervolgens op, maar zag in eerste instantie niet dat hij schade had. Een tweede, nadere blik op de jetski maakte helaas wel duidelijk dat ze op elkaar waren gebotst. Ook de jetski van Noud had schade. Wat volgde was een hoop ellende en stress. Doordat ze van tevoren een papier hadden getekend waarmee ze zich verbonden alle eventuele schade aan de jetski’s te vergoeden (het jetski-verhuurbedrijf was niet verzekerd), moest Melvin 24.000 Thaise bath (zo’n 600 euro) en Noud zelfs 34.000 Thaise bath (zo’n 850 euro) ter plekke ophoesten. Dat hadden ze dus niet en bovendien was het wel erg veel geld voor de schade die ze hadden (de jetski’s hadden namelijk alleen schade aan de buitenkant, geen motorische schade of iets dergelijks). Ook was het onduidelijk of dergelijke schade wel door de reisverzekering werd gedekt, en zo ja, of zij daar ook voor verzekerd waren, en of het verstandig was om de politie erbij te halen. Één van de medewerkers van het jetski-verhuurbedrijf vertelde ons namelijk dat wanneer we de politie erbij zouden halen, het hun nog meer zou kosten, omdat de politie voor een aangifte ook weer geld eiste. Lastig dus, omdat ze enerzijds – in geval dat ze verzekerd zijn – een verklaring van de politie nodig hadden voor de verzekering, en anderzijds – in geval dat ze niet verzekerd zijn – anders nog meer geld kwijt zouden zijn dan dat ze nu al waren. Na heel wat telefoontjes met de ANWB en het thuisfront bleek dat de schade niet onder de reisverzekering viel, maar wel onder de aansprakelijkheidsverzekering en dat hadden ze gelukkig hoogstwaarschijnlijk. Ook besloten ze voor alle zekerheid de politie maar erbij te halen. Restte nog één probleem, namelijk hoe ze ter plekke aan 58.000 Thaise bath konden komen. Beiden hadden vandaag al gepind en het maximaal opneembare bedrag is slechts 20.000 Thaise bath (zo’n 500 euro) per persoon per dag. Dat ging dus niet lukken. Gelukkig was de eigenaar van het jetski-verhuurbedrijf wel redelijk: we konden hem het bedrag ook in twee delen betalen. Dat zou echter betekenen dat we de volgende dag wederom naar het politiebureau moesten gaan, terwijl we juist zo graag wilden dat het probleem vandaag al was opgelost. Ik en Olmo leenden Melvin en Noud daarom wat we konden missen en gelukkig kwamen we net op de 58.000 Thaise bath uit die ze nodig hadden. Zucht… Melvin legde vervolgens alles vast op foto en nadat ze hadden betaald kregen ze de verklaring van de politie. Een dure verklaring, gelukkig niet voor Melvin en Noud, maar voor de eigenaar van het jetski-verhuurbedrijf, want de helft van het betaalde geld werd gelijk weer overhandigd aan de politie. Één corrupte boel dus. Van Katoon, die ons bij dit alles overigens goed had geholpen, namen we vervolgens afscheid en we gingen terug naar ons resort om ons voor te bereiden op de preparty. Hier arriveerden we pas laat, omdat we in totaal zo’n drie tot vier uur kwijt waren geweest met het jetski-akkefietje. Dit akkefietje was overigens na een paar buckets gelukkig weer vrij snel vergeten, waardoor de rest van de nacht vooral weer lekker los en lekker lauw was!

Dag 241: Ko Pha-Ngan, Thailand

Vandaag hebben we lekker uitgeslapen. Nadat we een beetje uitgebrakt waren zijn we in de middag weer naar Haad Rin Nok gegaan. Heel lang zijn we hier echter niet gebleven, omdat het strand nog helemaal naar alcohol van gisteren stonk en er overal sigarettenpeuken lagen. Ook de zee was niet meer zo fris als dat die ooit was geweest. Door de vele liters urine die hier gisteren in waren verdwenen prikte het water continu aan je huid, waardoor het niet bepaald prettig was om hier in te zwemmen. We besloten daarom maar de rest van de middag in een zwembad van een resort door te brengen. ’s Avonds barbecueden we op z’n Thais (zoveel als je kunt voor 109 Thaise bath, zo’n 2,75 euro) in een lokaal restaurantje, maar dit vond niet iedereen een succes. Het was daarentegen wel een goede mogelijkheid om eens wat lokale delicatessen (hart, level, etc.) uit te proberen en dit deden Melvin en Noud dan ook (ik en Olmo besloten hiervoor te passen, maar ik probeerde samen met Melvin en Noud in Bangkok wel krekels en larven). Na het avondeten – het was nog vroeg – namen we nog een Thaise massage, waarna we naar de fullmoonparty zijn gegaan. Bij aankomst waren we nog redelijk nuchter, waardoor we alle gekheid nog goed konden waarnemen (en niet vergeten). We zagen teveel vrouwelijk schoon, een naakte Schot, vuurdansers en springtouwen die in brand stonden. Dit laatste was het hoogtepunt van de avond, omdat we continu dubbel lagen om de capriolen die sommige zatlappen hierbij uithaalden (zo rende één iemand bijvoorbeeld vol met zijn hoofd tegen het springtouw aan). Na een uur overal wat te hebben rondgekeken lag ons alcoholpercentage weer in lijn met dat van de gemiddelde feestganger en vanaf dat moment is de film bij mij dan ook gestopt. Wat ik wel nog weet is dat we net voor zonsopkomst weer naar huis gingen en dat het een onvergetelijke avond was. Een aanrader voor iedereen!

Dag 242: Ko Pha-Ngan, Thailand

Vandaag hebben we weer lekker uitgeslapen. De rest van de dag zijn we vooral brak geweest, waardoor we helemaal niets hebben uitgevoerd. Een nutteloze dag dus. Achteraf gezien hadden we dus beter in de middag de boot naar Ko Samui kunnen pakken, zodat we ook nog wat van dit eiland hadden kunnen meepikken. ’s Avonds was er op Ko Pha-Ngan namelijk niets meer te doen (iedereen leek het eiland al te hebben verlaten) en de dagtoer naar Ang Thong Marine Park die voor de volgende dag op het programma stond, kon ook vanuit Ko Samui worden geboekt.

Dag 243: Ang Thong Marine Park, Thailand

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, omdat we om 8.20 uur werden opgehaald voor onze dagtoer naar Ang Thong Marine Park, een sprookjesachtige wereld van 40 onbewoonde eilanden. Met een speedboat vertrokken we vanuit de pier in Thong Sala naar het marine park, dat tot één van de hoogtepunten van Thailand mag worden gerekend en misschien ook wel een plek in mijn top 10 van bestemmingen heeft verdiend. Allereerst bezochten we Wua Talap Island (Slapende Koe Eiland), een populair eiland waarvan de top prachtige uitzichten over de hele archipel en het vasteland biedt. Niet alleen het uitzicht (dat overigens een zware klim is om het te zien) behoort tot één van de mooiste die ik tijdens mijn wereldreis tot nu toe had, maar ook het strand behoort tot één van de mooiste die ik tijdens mijn wereldreis tot nu toe zag (hiertoe behoren onder andere ook de stranden in Krabi en Ko Phi Phi, zie hierna). Na Wua Talap Island brachten we een bezoek aan Ko Mae Ko (Moedereiland), met wederom een klim (hetzij wel een aanzienlijk minder zware) naar een uitkijkplatform op Tale Nai, een lagune met overweldigend mooi water. Op weer een ander eiland lunchten we en nadat iedereen weer terug was van het kajakken (wij kozen hier niet voor) zijn we nog gaan snorkelen bij een koraalrif in het Ang Thong Marine Park. Om half 5 – ruimschoots op tijd voor de veerboot naar Don Sak om 5 uur – waren we weer terug in Ko Pha-Ngan, maar doordat we in een restaurantje nog wat hamburgers bestelden voor op de veerboot misten we deze toch nog bijna. In de avond kwamen we in Don Sak aan, waarna we met de bus naar Surat Thani zijn gereisd. Naar Krabi doorreizen zat er helaas niet meer in, waardoor we noodgedwongen in Surat Thani moesten blijven overnachten. ’s Avonds hebben we op de nachtmarkt de lekkerste pad thai van heel Thailand gegeten, waarna we direct zijn gaan slapen omdat we de volgende dag weer vroeg op moesten.

Dag 244 en 245: Krabi, Thailand

Vandaag zijn we om half 6 opgestaan, omdat we om half 7 de bus naar Krabi hadden. Deze kwam echter niet opdagen, waardoor we de eerstvolgende bus, om 8 uur, naar Krabi hebben genomen. Hier kwamen we tegen de middag aan, waarna we – na wat op het busstation te hebben gegeten – een taxi naar Ao Nang hebben genomen. Hier verbleven de ouders van Olmo (Jos en Margriet). Nadat we hun hadden getroffen hebben ik en Noud nog even over het strand van Hat Noppharat Thara gelopen. Veel bijzonders was hier echter niet te zien, waardoor we weer vrij snel terug waren bij de bungalow van Jos en Margriet. Onder het genot van een biertje hebben we elkaar hier uitgebreid bijgepraat over wat we de afgelopen dagen allemaal hadden meegemaakt. In de namiddag hebben ik, Melvin, Noud en Olmo een longtailboot naar Hat Ton Sai genomen (Jos en Margriet bleven nog één nacht op Ao Nang). Net voordat we vertrokken begon het echter weer te regenen, en doordat het alleen maar erger werd waren we al doorweekt voordat we op Hat Ton Sai aankwamen; dit ondanks dat het ritje per longtailboot slechts 10 minuten duurde en de longtailboot ook nog eens overdekt was. Op Hat Ton Sai hebben we vervolgens ook nog eens twee uur moeten wachtten voordat we naar ons resort  – slechts enkele minuten vanaf het strand – konden lopen, omdat het inmiddels zo hard regende dat zelfs lopen door het enigszins bescherming biedende bladerdak van het tropische regenwoud geen optie was. ’s Avonds hebben we het rustig aan gedaan, aangezien er door de regen niet veel viel te ondernemen. In ons resort hebben we een comedy gekeken. Whiej!
De volgende morgen troffen we om 10 uur Jos en Margriet. Samen met hun zijn we naar West Rai Leh gelopen, waar we in een zwembad van een resort wat hebben gechillt. Veel plezier hadden we hier echter niet van, want het begon alweer – jullie raden het waarschijnlijk al – te regenen. In de hoop dat de bui snel zou overtrekken zijn we daarom maar in een lokaal restaurantje wat gaan eten. Het hield echter niet op met regenen, waardoor we door de regen terug hebben moeten lopen naar Hat Ton Sai. De rest van de dag hebben we het hier rustig aan gedaan. ’s Avonds zijn we met zijn allen gaan eten bij een lokaal restaurantje aan het strand waar Jos en Margriet ons op vis trakteerden. Dit was heerlijk; ik, Melvin en Olmo aten er witte snapper, Jos barracuda, Margriet inktvis en garnalen en Noud tonijn.

Dag 246 en 247: Ko Phi Phi, Thailand

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, omdat we om 9.20 uur de veerboot naar Ko Phi Phi hadden. Hier kwamen we tegen de middag aan, waarna we op zoek zijn gegaan naar accommodatie. In de middag heb ik hier wat zaken geregeld, terwijl de rest naar het uitzichtpunt is gelopen (ik zag dit al in april met Olmo). ’s Avonds hebben we met z’n allen op de markt gegeten, waarna ik, Melvin, Noud en Olmo nog naar een aantal muay thai wedstrijden zijn gaan kijken. Dit was wel lachen, aangezien de boksers uit het publiek gehaald werden. Met name het eerste gevecht was hilarisch. Één van de boksers, net Gerrie van de New Kids on the Block, had van tevoren een super grote mond (hij was aan het schreeuwen en de ander aan het uitdagen), maar werd tijdens de wedstrijd volledig in elkaar geslagen. Grappig was ook dat hij tussen de rondes door geen water dronk, maar buckets (iedere bokser die zich vrijwillig opgaf kreeg één bucket gratis). De andere wedstrijden waren minder hilarisch, maar wel een stuk spectaculairder. Na de laatste wedstrijd – een gevecht tussen twee Thaise muay thai boksers – zijn we terug naar ons resort gegaan.
De volgende dag hebben we met z’n allen dezelfde boottocht rondom Ko Phi Phi gemaakt die ik en Olmo in april ook al hadden gemaakt (zie mijn blog 'Ko Pha-Ngan, Krabi & Ko Phi Phi rock!!!'). Helaas was het weer nu iets minder (bewolkt), maar desondanks was het nog steeds een erg mooi tochtje. Hoogtepunt was Shark Point, waar ik tijdens het snorkelen maar liefst drie haaien zag. Noud en Olmo zagen er ook één en weten dus ook wat voor een kick het is om zo’n dier onder je door of langs je te zien zwemmen. ’s Avonds zijn we weer even bij het muay thai boksen gaan kijken, maar dit stelde ditmaal niet veel voor.

Dag 248 en 249: Phuket, Thailand

Op onze laatste dag op Ko Phi Phi hebben we niet veel uitgevoerd. Maar echt iets ondernemen ging eigenlijk ook niet, want om half 3 had ik de veerboot naar Phuket en een uur later hadden Melvin, Noud en Olmo de veerboot naar Krabi, van waaruit ze diezelfde dag met de nachtbus naar Bangkok zouden terugreizen. In de middag nam ik afscheid van Jos en Margriet bij hun bungalow en even later ook van Melvin, Noud en Olmo bij de pier; tot over een half jaar matties! In de namiddag arriveerde ik met de verboot bij de pier in Phuket, van waaruit ik een taxi naar Phuket Stad heb genomen. Van hieruit nam ik vervolgens weer een săwngthăew naar Patong, waar ik het de rest van de avond rustig aan heb gedaan.
Ook de tweede dag in Phuket heb ik het rustig aan gedaan, nu ik nog een aantal zaken moest regelen. Wel heb ik ’s avonds nog een Thaise massage genomen en ben ik nog even wat gaan eten in een restaurant. Opvallend was dat enkele mensen mij hier nog kenden (dit was ook al het geval bij ons resort in Hat Ton Sai); schijnbaar hebben ik en Olmo in april dus toch een goede indruk achtergelaten.

Dag 250: Singapore

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik om 7 uur werd opgehaald door een minibusje dat me naar het vliegveld in Phuket bracht. Van hieruit ben ik om 9.50 uur naar Singapore gevlogen, waar ik rond het middaguur landde. Vlekkeloos Singapore, één van Zuidoost-Azië’s opmerkelijkste succesverhalen, bevestigd en ondermijnt populaire stereotype in gelijke maat. Ja, het is modern, schoon en georganiseerd. Nee, het is niet verstikkend, puriteins en saai. Wat je hier hebt is een dynamische 21ste-eeuwse metropool met een cultuur, historie en keuken die opvallend rijk is voor een plaats zo klein. Stap aan boord van het ultra-efficiënte Mass Rapid Transit (MRT) treinsysteem en, binnen een paar korte stops, kun je opduiken tussen de schittering van het Orchard Rd kleinhandelmekka, de Palladiaanse kolommen van het Koloniale District, de scherpe bouwvallige lanen van Little India, of het gezoem van het central business district (CBD). Het is rijk, hi-tech en zo nu en dan een beetje snobistisch, maar de grote nivelleerder is het ventercentrum, de alom vertegenwoordigde en rauwe voedselmarkten waar iedereen samenmengt om de lokale manie voor goedkoop voedsel te botvieren.

Dag 251: Singapore

Na goed te hebben bijgeslapen (ik heb van gisteren in de namiddag tot vanmorgen geslapen) ben ik het stadscentrum van Singapore gaan verkennen. Allereerst ben ik naar Fort Canning Park gelopen, waarbij ik op de weg hiernaartoe al – naast nog enkele andere bezienswaardigheden – het Raffles Hotel (een Singaporaans icoon dat niet gemist zou mogen worden) , de St. Andrew Kathedraal en het Nationaal Museum van Singapore zag. In Fort Canning Park, dat een schitterende, vreedzame, beschaduwde respijt van de bloedhete menigten beneden biedt, bezocht ik de Battle Box, een doolhof van 26 ondergrondse kamers en tunnels die ooit als een Britse basis dienden gedurende WOII. Een langdurige audiovisuele tentoonstelling vertelt hier het verhaal van de val van Singapore in 1942. Na Fort Canning Park bracht ik een bezoek aan Clarke Kade, een strook van voormalige warenhuizen die nog dateren van de dagen dat de rivier een handelscentrum was en die nu thuis zijn aan populaire bars, restaurants en clubs. Slechts een steenworp hier vandaan ligt Boot Kade, bekend om zijn nachtspots en eettentjes, dat ik zag op weg naar het Koloniale District. In het Koloniale District zag ik veel imponerende overblijfselen van de Britse heerschappij, inclusief de Victoria Concerthal & Theater, het Oude Parlementshuis, wederom de St. Andrew Kathedraal, de Stadshal en het oude Hooggerechtshof, die allemaal rond de Padang, een oud cricketveld, zijn gearrangeerd. Boven hen uit rijst het ruimteschip van het nieuwe Norman Foster-ontworpen Hooggerechtshof gebouw. Op weg naar het ongewone Merlion Beeld (een bizarre hybride leeuw/vis schepsel) in het CBD zag ik ook nog twee andere bijzondere gebouwen, namelijk het Esplanade – Theaters on the Bay, dat door het puntige metalen dak de bijnaam ‘grote durians’ heeft verdiend, en het Sands casino (een boot die drie wolkenkrabbers met elkaar verbindt). Van twee Nederlanders die in dezelfde backpacker verbleven als waar ik verbleef hoorde ik dat je bovenop de boot van laatstgenoemd gebouw zou moeten kunnen komen; dit moest ik dus uitproberen. Na een lange wandeling rondom Marina Bay bleek dit inderdaad zo te zijn, maar helaas was dit net iets te duur voor mij (20 Singaporaanse dollars, zo’n 11 euro). Dan maar op naar de laatste wijk in het stadscentrum van Singapore waaraan ik een bezoek wilde hebben gebracht, namelijk Chinatown. De Thian Hock Keng Tempel, Singapore’s oudste Hokkien gebouw, was helaas gesloten, maar de kleurrijke Sri Mariamman Tempel, Chinatown’s meest herkende en gefotografeerde icoon, was gelukkig wel (nog) open (de zon was inmiddels al bijna ondergegaan). Na mijn bezoek aan deze tempel en net voordat ik in Chinatown wat wilde gaan eten viel mijn oog nog op een appartementencomplex in de verte. Het had een uitzichtplatform op de 26e en 50e verdieping en omdat ik vandaag nog geen panoramisch uitzicht op de wolkenkrabbende skyline van Singapore had gehad (tenminste niet vanuit vogelvluchtperspectief; het entreeticket voor de boot van het Sands casino was immers te duur) besloot ik mijn geluk bij dit gebouw te proberen. Met de lift kon ik de 50e verdieping bereiken, zij het echter dat de toegang tot het uitzichtplatform was afgesloten. Gelukkig kwam net toen ik weer weg wou gaan een inwoonster van het appartementencomplex aangelopen, met wie ik samen door de poort die toegang gaf tot het uitzichtplatform kon. Er was een loopbrug die de twee uitzichtplatformen aan beide uiteinden van het appartementencomplex (dat weer uit vijf afzonderlijke appartementenblokken bestond) met elkaar verbond, waardoor je vanuit alle windrichtingen een panoramisch uitzicht over Singapore had. Inwoners waren hier ook aan het joggen (hoe vet op zo’n hoogte en met zo’n uitzicht!) en er waren loungestoelen die uitermate geschikt waren om ’s middags een biertje of twee op te klappen. Na een half uur had ik het er gezien en wilde ik weer terug naar beneden – ik had inmiddels ook enorme honger gekregen. Probleem was echter dat je ook om weer terug naar binnen te gaan een pasje nodig had. Het duurde daarom even voordat ik eindelijk weer terug naar beneden kon. Eenmaal terug in Chinatown at ik wat in de Smith St Voedselmarkt, waarna ik de metro terug naar mijn backpacker heb genomen.

Dag 252: Singapore

Vandaag heb ik een bezoek gebracht aan de 116m hoge Mt Faber (mooie uitzichten) en Sentosa Eiland, dat ooit een ellendige flop was, maar nu een bulderend succes is. Inmiddels huist het één van Singapore’s twee casino resorts (het Sands casino is het andere) en een Universal Pretpark, naast nog tientallen andere leuke, maar ook prijzige attracties (waaronder ontmoetingen met dieren en insecten, een kabelkar, tokkelen, rodelen, een uitkijktoren, een aquarium en een dolfijnenshow). Doordat ik van de prijzen niet bepaald vrolijk werd (het was zelfs duur voor Nederlandse begrippen), heb ik me beperkt tot de gratis activiteiten, namelijk een wandeling door de natuur en een bezoek aan de stranden Siloso en Palawan (bij dit laatste strand liep ik naar het zuidelijkste punt van Continentaal Azië). Deze waren best mooi, maar kunnen door de omgeving (uitzicht op de vrachtschepen in de Straat van Singapore) en de schoonheid van het water (niet altijd even schoon) niet tippen aan de Thaise stranden. Ook heb ik mijn twijfels of ze wel volledig natuurlijk zijn. Hoe dan ook, het was een leuk en ontspannen dagje en zeker een aanrader voor een ieder die ook ooit van plan is naar Singapore te gaan!

Foto’s

3 Reacties

  1. olmo:
    6 november 2010
    hajjang !

    heb je nieuwe blog ook gelezen. ziet er weer strak uit allemaal. hier regent het ziekelijk. vanavond verjaardag van patje en maar weer eens een biertje drinken. worden de eerste pas weer sinds thai!! hoe was phuket nog? enjoy your trip makker en ik spreek je hopelijk snel weer ;)

    TAKE CARE !!! xxx mentale theo (K)
  2. Paris Sim:
    7 november 2010
    Actually i couldnt understand what you are writting about.
    But just want to let you know you can contact me when you arrive Kuala Lumpur.
    When will you visit Kuala Lumpur?
    Hope can keep in touch with you, my first friend from Dutch~

    Paris Sim,
    the girl that you met on board from Phuket to Singapore.
  3. Paris Sim:
    7 november 2010
    you can either find me in facebook
    [email protected]
    or contact me via handphone
    0163114900

    be careful with your belongings when you are in Malaysia
    Haha^.^