Het thuisfront op bezoek in paradijselijk Zanzibar

11 augustus 2010 - Zanzibar, Tanzania

JAMBO!!!

Dag 155 t/m 159: Lusaka, Zambia

Om 9.00 uur heb ik, nadat ik afscheid had genomen van de bejaarden, de bus naar Lusaka genomen. De hoofdstad van Zambia is een kleine stad, gedeeltelijk modern en gedeeltelijk traditioneel Afrikaans, waar de stoffige markten naast Soviet-uitziende hoogbouwblokken zitten. Ondanks dat Zambia een fascinerend land is zal Lusaka nooit een hoogtepunt voor toeristen worden. Er zijn weinig noemenswaardige gebouwen, monumenten en andere bezienswaardigheden, maar het beroept zich wel op een levendige sfeer en echt Afrikaans gevoel. De markten zijn goed, er is een behoorlijke kunstscene en de nachtclubs pulseren in de weekenden. Doordat er zo weinig te zien en te doen is heb ik mijn dagen in Lusaka dan ook vooral op het internet in mijn backpacker doorgebracht. Met het plaatsen van mijn blog was ik weer ruim een dag kwijt en verder heb ik nog iets voor mijn scriptie uitgezocht. De enige dag dat ik niet op het internet heb gezeten heb ik wat geld gewisseld en mijn visum voor Tanzania geregeld. Dit was voor Afrikaanse begrippen overigens snel geregeld. Om half 1 vroeg ik mijn visum aan en om half 3 kon ik het weer ophalen.

Dag 160: Kapiri Mposhi, Zambia

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik om 7 uur de bus naar Kapiri Mposhi had. Hier kwam ik nog voor het middaguur aan, waarna ik vanuit Kapiri Mposhi een taxi naar het Nieuw Kapiri Mposhi treinstation heb genomen. Voor de eerste- en tweedeklas reizigers waren hier een aantal banken en stoelen gereserveerd waarop men kon plaatsnemen in afwachting van de vertrekkende trein. Deze waren echter alles behalve schoon. Ze waren zelfs zo vuil dat zelfs de locals zich zorgen maakten of ze er niet ziek van werden. Nou, dan weet je wel hoe laat het is. Een alternatief was er echter niet, waardoor ik toch maar besloot op een stoel te wachtten totdat de trein vertrok. Om 4 uur heb ik de trein naar Dar es Salaam genomen.

Dag 161 en 162: Dar es Salaam, Tanzania

Ruim twee dagen nadat ik met de trein uit Kapiri Mposhi was vertrokken arriveerde ik tegen zonsondergang in Dar es Salaam. De trein had een aantal uren vertraging (volgens schema zou hij om half 1 ’s middags in Dar es Salaam arriveren), maar het had erger gekund. Van enkele medereizigers hoorde ik namelijk dat de trein in het verleden ook wel eens vertragingen tot twee dagen heeft gehad. En niemand weet eigenlijk waarom. Vaak staat de trein gewoon uren op een station stil zonder dat er ook maar één iemand in- of uitstapt. Nu kan ik wel begrijpen dat de machinist soms moet wachten op een tegemoetkomende trein, maar zo lang?!? Het is en blijft Afrika zullen we dan ook maar zeggen. Ondanks dat het een erg lange rit was (voor het eerst in vijf maanden verveelde ik me tijdens het reizen; dit terwijl het me normaal nooit lang genoeg kan duren) was het wel een erg mooie en vooral ook indrukwekkende rit. Met name de rit door Tanzania was mooi. De eerste dag kwamen me langs typische Afrikaanse dorpjes. Wat erg leuk was om te zien, was hoe hele dorpen steeds naar het station stroomden als de trein op het station van hun dorp arriveerde. Volwassenen probeerden bananen en frisdrank te verkopen en kinderen hoopten iets te krijgen van de reizigers in de trein. Vooral de allerkleinste kinderen waren leuk. Zij kwamen uit hun huizen gerend om te zwaaien naar de trein en ‘bye mzungu’ (mzungu betekent ‘wit persoon’ of ‘buitenlander’ in het Swahili) te roepen. De iets oudere kinderen waren vooral nieuwsgierig. Ongelofelijk hoe blij deze kinderen waren als je een leeg plastic flesje naar ze toewierp; ze maakten er zelfs bijna ruzie om. Een appel of banaan werd daarentegen al helemaal als hun grootste bezit behandeld. Ik was dan ook erg onder de indruk van deze kinderen. Schone kleren en/of kleren zonder gaten waren eerder uitzondering dan regel en de meeste van hen zaten van top tot teen onder het stof. Echte armoede dus. Het is dan ook belangrijk dat we vanuit Nederland oude kinderkleren naar Afrika blijven opsturen, want ze zijn hier echt heel hard nodig.

Het eerste gedeelte van de tweede dag reden we door een subtropisch landschap vol met bananenplanten en palmbomen, een welkome afwisseling na het droge en dorre bushveld van de afgelopen weken. Ik kreeg er zelfs even het gevoel terug in Zuidoost-Azië te zijn. Het tweede gedeelte van de tweede dag reden we door het Selous Game Reserve, wat dus eigenlijk een gratis safari was. Ik zelf zag buffels, giraffes, impala’s, olifanten, wildebeesten en zebra’s en een Zambiaan die bij mij in de coupé zat zag zelfs een luipaard (van de dieren die de Big Five vormen zijn deze het moeilijkst te vinden). Toen de trein in Dar es Salaam arriveerde reden we door sloppenwijken waar sommige gezinnen letterlijk op vuilnisbelten woonden. Van alle armoede die ik tot nu toe in Afrika heb gezien was deze het meest schrijnend. Zuidelijk Afrika is in tegenstelling tot Oostelijk Afrika immers nog relatief welvarend. Na aankomst in Dar es Salaam ben ik op zoek gegaan naar transport naar het hotel waar mijn moeder (Ellen) en stiefvader (Manny) verbleven. Zij waren namelijk op dezelfde dag vanuit Düsseldorf, via Amsterdam en Nairobi, naar Dar es Salaam gevlogen om mij te komen opzoeken. Je snapt dat ik me hier, na ze vijf maanden niet te hebben gezien, op verheugd heb. Zeker ook omdat ik nu voor het eerst sinds drie maanden eindelijk weer een bekende om me heen zou hebben, iemand waarvan ik niet na een paar dagen weer afscheid zou moeten nemen en daarna waarschijnlijk nooit meer zou zien. Transport naar het hotel vinden was echter nog niet zo makkelijk. Op het station vroegen ze absurde bedragen voor een taxi naar het hotel (20 dollar, zowat mijn hele dagbudget!), waardoor ik maar besloot op zoek te gaan naar openbaar vervoer dat naar het hotel reed. Ik had echter alleen een naam (ik was vergeten de adresgegevens van het hotel te noteren), waardoor ik geen idee had waar ik ongeveer moest zijn. Toen ik aan wat locals vroeg waar ik openbaar vervoer naar het hotel kon vinden kreeg ik niet bepaald een duidelijk antwoord. Ik stapte daarom op een politieagent af, die waarschijnlijk beter Engels zou spreken. Hij stuurde me naar een taxichauffeur, maar ook deze vroeg weer een absurd bedrag. Uiteindelijk werd duidelijk dat ik een dalla-dalla (een bus) naar Posta moest nemen. Toen ik hier eenmaal in zat bleek echter dat ook hierin niemand wist waar het hotel precies lag. Net zoals eigenlijk iedereen konden zij wel Coco Beach, maar niet Coral Beach, het hotel waar Ellen en Manny verbleven. In Posta probeerde ik het daarom nogmaals bij wat locals, maar tevergeefs. Uiteindelijk ben ik maar in een ander hotel op het internet de adresgegevens van het hotel gaan opzoeken (de medewerkers van dat hotel wisten het ook niet), waarna ik eindelijk wist waar ik ongeveer moest zijn: Msasani Schiereiland in Masaki, wat nog behoorlijk ver weg bleek te zijn. En omdat hier na zonsondergang geen openbaar vervoer meer heen reed moest ik noodgedwongen toch een taxi pakken. Na wederom een paar taxi’s te hebben afgeslagen vond ik een taxi die me voor 8000 Tanziaanse shilling (zo’n 4 euro) naar Coral Beach wou brengen. Ondanks dat de taxi om de zoveel meter uitviel, arriveerde ik zo’n twee uur na aankomst in Dar es Salaam dan toch eindelijk bij Coral Beach. Ellen en Manny waren al behoorlijk ongerust, dus toen Ellen van een medewerker van het hotel hoorde dat ik was gearriveerd kwam ze als een op hol geslagen paard op me afgestormd. Doordat ik zoveel uur vertraging had waren alle scenario’s de revue gepasseerd en wilden ze zelfs de volgende ochtend naar het politiebureau gaan. Toen ik ze uitgelegd had dat we hier in Afrika zitten en vertragingen van meerdere uren hier heel normaal zijn konden ze gelukkig begrijpen waarom ik zo laat was. Mijn baard die ik sinds Kaapstad heb laten staan bracht ook het door mij gewenste schokeffect teweeg. Ze herkenden me bijna niet meer en vonden me maar uitzien als Mohammed B. ’s Avonds hebben we aan zee wat gegeten en natuurlijk uitgebreid bijgepraat.

Dag 163 t/m 168: Zanzibar, Tanzania

Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan, omdat we om 8 uur door een taxi opgehaald werden die ons naar het vertrekpunt van de veerboten naar Zanzibar bracht. Van hieruit hebben we om 9.30 uur de veerboot naar Zanzibar genomen. Zanzibar krijgt het leeuwendeel van de aandacht op de Zanzibar Archipel, en voor goede redenen. Zijn oude Stone Town, waar iedereen arriveert, is één van Afrika’s meest levendechte locaties, met een fascinerende mix van invloeden van het Indiase subcontinent, het Arabische schiereiland, het Afrikaanse vasteland en Europa. Niet ver hiervandaan zijn de stranden van het eiland, die tot de beste rekken zand behoren die je waar dan ook kunt vinden. Zanzibar is klein genoeg dat je jezelf kunt baseren in Stone Town of op één van de stranden om al je verkenningen te doen, en toeristeninfrastructuur is hoog ontwikkeld, met restaurant en hotels voor iedere smaak en budget. Bij aankomst in Stone Town werden we opgewacht door een chauffeur die ons naar het La Madrugada Beach Resort in Makunduchi bracht. De armoede even buiten Stone Town maakte diepe indruk op Ellen en Manny. In ons resort in Makunduchi hebben we de eerste vijf dagen eigenlijk niet veel gedaan. Even lekker helemaal niets doen (deze woorden klinken misschien raar vanuit mijn mond, maar reizen kan ook heel vermoeiend zijn!). Wel zijn we één dag een halve dag met dolfijnen gaan zwemmen en gaan snorkelen in Kizimkazi. In tegenstelling tot de meeste plaatsen waar je met dolfijnen kunt zwemmen was dit niet in een zwembad, maar gewoon in de open zee. Zodra er dolfijnen te zien waren moest je met je snorkelset het water in springen, waarna je ze onder water door het water kon zien zwemmen en naar de bodem kon zien duiken (als je goed luisterde kon je ook hun gepiep horen). Onder water zag ik helaas maar één dolfijn, maar boven water zag ik er tot enkele malen toe meerdere. Ook het snorkelen was de moeite waard. Er waren weliswaar niet zoveel tropische vissen als op Ko Phi Phi in Thailand, maar het koraalrif was er minstens zo indrukwekkend. Meteen nadat ik met mijn snorkelset in het water was gesprongen zag ik een school bestaande uit duizenden vissen onder me door zwemmen en even later zag ik een aantal inktvissen inkt spuiten. Het eten bij het resort was goed (veel vis) en we hebben er dan ook flink genoten. De zesde dag werden we om 9 uur opgehaald door een taxi die ons naar het Sunshine Hotel in Matemwe bracht. Ook dit was weer een mooi hotel. Het lange, idyllische strand bij Matemwe heeft enkele van de beste zanden op Zanzibar en was nog mooier dan de stranden bij Makunduchi en Kizimkazi. Net als in het La Madrugada Beach Resort hebben we er niet veel meer gedaan dan geluierd.

Foto’s

4 Reacties

  1. Nancy Deckers:
    12 augustus 2010
    hoi roy het is me ook wat met dat moeke van je geniet maar lekker van je gezelschap en doe ze de gr van ons
  2. Beni:
    13 augustus 2010
    Freshe baard aue !! haha... dus je hebt lekker gechilled op Zanzibar, good life. Trouwens solar was frisser dan fris. Heb veel gechilled en gefeest met de groep van olmo en reijnoud. echt een top weekend geweest. Volgend jaar 100% weer, dan zul je ook wel van de partij zijn neem ik aan. Veel succes op je verdere trip door afrika en we spreken ons. later
  3. Margriet en Jos:
    18 augustus 2010
    Ha Roy, hier eindelijk weer een berichtje van ons. We zijn drie weken op vakans geweest in Greece en de zon scheen volop.Maar vergeleken met jou.... Wat zie jij veel van de wereld en wat je allemaal meemaakt!!!..Heerlijk he, ook dat weerzien van Ellen en Manny na 5 maanden.Mooi zoals je t omschrijft. Ollie zit nu ook in Greece te chillen, nog ff en dan begint het studentenleventje weer voor hem.Geniet ze nog en veul leefs van die old kids oet Iezeren.
  4. Gerlachertjes:
    24 augustus 2010
    Jambo!
    Vandaag je log gelezen en ervaar dan nogmaals hoe fijn wij het samen hebben gehad deze twee weken. Zie wederom hoe mooi het er toch was maar wordt er ook weer aan herinnerd hoe goed wij het hier in Nederland hebben.
    Hou je taai en geniet van alles wat je tegenkomt.