WK 2010, Ayoba!!!

30 juni 2010 - Coffee Bay, Zuid-Afrika

HALLO!!!

Ondanks dat het WK super is, is het in geen enkel opzicht te vergelijken met het WK 2006 in Duitsland of het EK 2008 in Oostenrijk en Zwitserland. Van tevoren dacht ik namelijk dat de supporters voor de wedstrijd in de centra van de speelsteden zouden verzamelen waarna ze met zijn allen op de terrassen in de zon bier zouden gaan drinken. Een deel van hen zou daarna in een stoet naar het stadion gaan en een deel zou in het centrum achterblijven om daar de wedstrijd op een groot scherm te gaan bekijken. Na afloop van de wedstrijd zouden de supporters van het winnende land weer terugkeren naar het centrum om daar met z’n allen tot diep in de nacht de overwinning van hun land te gaan vieren. Op speeldagen zou er in de centra van de speelsteden dus één groot volksfeest losbarsten, waarbij verschillende nationaliteiten met elkaar feest zouden vieren. Helaas is de werkelijkheid anders. De grote mensenmassa’s van de voorgaande toernooien ontbreken (alleen de mensen met kaartjes voor de wedstrijden zijn naar Zuid-Afrika afgereisd) en terrassen zijn schaars (nu is dit ook logisch, omdat het winter in Zuid-Afrika is; alleen in Kaapstad heb ik tot nu toe supporters voor de wedstrijd op terrassen in de zon bier zien drinken). Daar komt nog eens bij dat Zuid-Afrika geen Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland is, waardoor feestvieren in de centra van de speelsteden er niet bepaald in zit. Ook de Oranjecamping is niet wat het was geweest , maar dit heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat alleen de mensen met kaartjes voor de wedstrijden van het Nederlands Elftal naar Zuid-Afrika zijn afgereisd. Desalniettemin blijft het een onvergetelijke ervaring en ik had het zeker niet willen missen!

Ook de rest van Zuid-Afrika is super! Doordat ik bijna iedere dag onderweg ben (van de laatste drie weken heb ik bijna een week in bussen en minibusjes doorgebracht) heb ik al ontzettend veel van het land gezien. Zo heb ik inmiddels al een bezoek gebracht aan de provincies Gauteng, Mpumalanga, Kwazulu-Natal, North-West Province, Limpopo, Western Cape en Eastern Cape; alleen de provincies Free State en Northern Cape heb ik nog niet bezocht (al ben ik hier wel al doorheen gereisd). Reizen is hier overigens ook alles behalve vervelend nu de routes tot de mooiste ter wereld behoren. Van Nelspruit naar Graskop en terug (zie mijn vorige blog) reisde ik over de Panoramische Route, van Pretoria naar Kaapstad over de Kaap Wijn Route (waarschijnlijk de langste wijnroute in de wereld en tevens één van de mooiste ritjes die ik ooit in mijn leven gemaakt heb) en van Kaapstad naar Durban over de Tuinroute (route langs de kust waar je door de beroemde wijnstreek van Zuid-Afrika rijdt en in authentieke dorpjes en gehuchtjes komt). Dankzij Zuid-Afrika’s diverse terrein (er wordt wel gezegd dat Zuid-Afrika de wereld in één land is) en gunstige klimaat zijn bijna alle activiteiten mogelijk – van struisvogelrijden tot ’s werelds hoogste bungeejump. Adrenaline-jagers kunnen duiken met haaien, of als haaien niet eng genoeg zijn, zwemmen met krokodillen, achterstevoren Jo’burg’s Protea Hotel Parktonian abseilen en kanoen in de Suicide Gorge.

De enige minpunten van het land zijn dat je er ’s avonds niet echt wat kunt ondernemen (tenzij je steeds veel geld voor een taxi wilt betalen), omdat het niet verstandig is om na zonsondergang alleen over straat te lopen, en dat het lastig is om er iets gezonds te eten. In drie weken Zuid-Afrika is de enige groente die ik gegeten heb de sla op mijn hamburger, waarvan ik er soms meerdere per dag at (soms zelfs als ontbijt). Restaurants zijn er namelijk schaars (de locals gaan liever naar één van de vele fastfoodketens die door het hele land te vinden zijn) en de paar restaurants die er zijn (alleen in Kaapstad heb ik tot nu toe restaurants gezien) zijn waarschijnlijk te duur. In tegenstelling tot in Azië zijn er in Zuid-Afrika ook niet of nauwelijks straatstalletjes waar je snel en goedkoop iets kunt eten. En in de backpackers is het eten – als dat er al verkrijgbaar is – meestal beperkt tot magnetronmaaltijden en ander fastfood. Dit alles verklaart dan ook meteen waarom zoveel Zuid-Afrikanen kampen met overgewicht.

Dag 113: Krüger Nationaal Park, Zuid-Afrika

Krüger is bijna net zoveel als Nelson Mandela en de Springbokken één van Zuid-Afrika’s nationale symbolen, en voor veel bezoekers, is het de ‘must-see’ wildlevenbestemming in het land. Weinig verbazend: in een gebied de grootte van Wales lopen genoeg olifanten rond om een belangrijke stad te bevolken, giraffes knagen op acaciabomen, nijlpaarden baden in de rivieren, luipaarden jagen door de nacht en een veelvoud aan vogels zingt, vliegt en rust. Krüger is één van ’s werelds beroemdste beschermde gebieden – bekend om zijn grootte, instandhoudingsgeschiedenis, wildlevendiversiteit en gemakkelijke toegankelijkheid. Het is een plaats waar het drama van leven en dood zich iedere dag afspeelt, met waarnemingen van wildleven van dichtbij bijna gegarandeerd. Één morgen zou je leeuwen kunnen zien die zich tegoed doen aan een gedood dier en de volgende een pasgeborene impala worstelend om zijn eerste stappen te nemen. Krüger is ook Zuid-Afrika’s meest bezochte park, met meer dan één miljoen bezoekers jaarlijks en een uitgebreid netwerk van gesloten wegen en comfortabele kampen. Zuidelijk Krüger is het populairste gedeelte met de hoogste dierenconcentraties en gemakkelijkste toegang en dit is dan ook het gedeelte dat ik bezocht heb. Via mijn backpacker boekte ik er een safari van een halve dag, waarbij ik om 5 uur ’s morgens zou worden opgehaald. Toen ik even voor vijf wakker werd hoorde ik de auto die me kwam ophalen echter al wegrijden, waardoor ik maar besloot met de volle dag safari met de rest van de backpacker mee te gaan. Deze was iets duurder (900 in plaats van 650 Zuid-Afrikaanse rand, zo’n 90 in plaats van 65 euro), maar hierbij had je wel een grotere kans om leeuwen te zien (dit is eerder uitzondering dan regel). Achteraf gezien bleek dit gelukkig ook de juiste keuze te zijn geweest nu we na de middag een aantal cheetah’s en leeuwen zagen. Naast deze dieren zag ik ook een kaaiman, koedoe, schildpad en zwarte mambo (de giftigste slang ter wereld); een aantal buffels, giraffes, neushoorns, nijlpaarden, roofvogels, wildebeesten en wrattenzwijnen; tientallen apen en olifanten; en zelfs honderden impala’s. Afgezien van het begin (er waaide een ijskoude wind, waardoor ik helemaal verkleumd was; het duurde een aantal uur voordat ik weer warm was) was het dus een uitstekende dag, omdat ik maar liefst vier van de vijf dieren die de Big Five vormen (de buffel, leeuw, luipaard, neushoorn en olifant) heb gezien. Na de safari bracht de eigenaresse van de backpacker me naar een benzinestation waar ik volgens haar een minibusje naar Nelspruit kon nemen. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Omdat ik geen zin had om helemaal naar de Zuid-Afrikaans-Mozambikaanse grens te gaan (hiervandaan kon ik wel een minibusje naar Nelspruit nemen) besloot ik maar naar Nelspruit te liften. Een aantal missionarissen gaven me een lift naar Nelspruit, waar ik door hun gastgezin werd uitgenodigd voor het avondeten. Om 11 uur werd ik door het gastgezin naar de busstop gebracht, waar ik maar liefst twee uur in de vrieskou (een Zuid-Afrikaan vertelde me dat het de koudste winter in 33 jaar was) heb moeten wachten op de nachtbus naar Johannesburg (de bus kwam pas om 1 in plaats van 12 uur ’s nachts aan). Bij deze busstop heb ik me ook voor het eerst echt onveilig gevoeld; ik was zelfs een beetje angstig. De beveiliger die bij de busstop stond was namelijk meer afwezig dan aanwezig en naast een Zuid-Afrikaanse Belg en Congolees die ook op een bus stonden te wachtten was er verder niemand te bekennen. Achteraf gezien viel het gelukkig allemaal wel mee, maar de verhalen die enkele Zuid-Afrikanen me eerder die dag vertelden (ze breken hier zelfs bij de woning van het hoofd van de politie in en ze vermoorden je hier voor 10 Zuid-Afrikaanse rand, ofwel 1 euro) hadden me behoorlijk de stuipen op het lijf gejaagd!

Dag 114: Johannesburg, Zuid-Afrika

Vanmorgen kwam ik in de vroege ochtend aan in Johannesburg. Johannesburg, algemeen bekend als Jo’burg of Jozi, is een snel veranderende stad en het vibrerende hard van Zuid-Afrika. Mensen raaskallen over zijn goed uitziende zus, Kaapstad, maar het is het dynamische Johannesburg dat in het voorste gelid is van Zuid-Afrika’s ontwikkeling. De stad floreert. Het centrum is aan het opknappen en nieuwe torenhoge appartementen en kantoornieuwbouw worden in een hoog tempo gebouwd. Net zoals zwarte economische arbeidsovereenkomsten Zuid-Afrika’s zakenwereld hebben veranderd, reflecteert Jo’burg, als het land zijn zakenhoofdstad, deze veranderingen het meest. Een bloeiende zwarte middenklasse is opgerezen van de as van apartheid, zowel in de buitenwijken als in de beroemde township van Soweto, die in toenemende mate toeristendollars en investeringen aantrekt. Jo’burg draagt echter nog steeds de littekens van vroegere onderdrukking en veel hebben tijd nodig om te helen. Er is een sterk onderscheid tussen degenen met en zonder bezit en de opzichtige winkelcentra en exclusieve restaurants van rijke buitenwijken zoals Rosebank en Sandton zijn een straatlengte verwijderd van wanhopig arme townships als Alexandra. Ondanks dat de post-apartheid overheid voor wat sociale vooruitgang heeft gezorgd, is het niet snel genoeg gebeurd, en de stad zijn hoge criminaliteitscijfer is een symptoom van voortdurende ongelijkheden. Voor de bezoeker die hier voor het eerst komt kan Jo’burg als een intimiderende uitgestrektheid lijken en ondanks dat de meeste serieuze criminaliteit ver van de toeristische pleisterplaatsen in de noordelijke buitenwijken voorkomt is het zeker iets waar je voor op je hoede moet zijn. Dat gezegd hebbende, Jo’burg is een ongelofelijk vriendelijke, frisse stad en er is veel te zien, van bezinnende herinneringen aan het land zijn verleden in het Apartheid Museum tot de Boheemse straten van Melville, tot het gezoem van Newtown en het land zijn grootste township, Soweto. Met mensen die van overal op het continent binnenstromen creëert Jo’burg een nog meer kosmopolitische identiteit; zijn vernieuwde vertrouwen wordt weerspiegeld in de vele investeringen in toerisme en infrastructuur en er is een sterk gevoel van opwinding over de toekomst. Na zonsopkomst ben ik Johannesburg gaan verkennen. In het stadscentrum bezocht ik de Top of Africa (hier kun je op de 50ste verdieping Johannesburg vanaf hoogte bekijken) en in Newtown bezocht ik onder andere het KwaZulu Muti Museum of Man and Science (een winkel die het vreemde en wonderbaarlijke verkoopt; je kunt er zelfs een ontmoeting met een sangoma, een traditionele medicijnbeoefenaar, regelen), SAB World of Beer (een 90-minuten uitstapje door de geschiedenis van bier), Mary Fitzgereld Sq (een goede plaats om mensen te bekijken in één van de café’s van het gebied), de Jazz Walk of Fame (een Hollywood Blvd-stijl voetpad dat eerbied toont aan Zuid-Afrika’s meest invloedrijke jazzmuzikanten) en het Sci-Bono Discovery Centre, wat het hoogtepunt van de dag was. Hier was namelijk een tentoonstelling genaamd Play Science & Learn Soccer, waar je – zoals de naam al doet vermoeden – kunt leren voetballen door wetenschap te beoefenen. Bij de penalty shootout bereikte ik de topscore van de dag (driemaal in de kruising, zij het wat gelukkig) en bij een passing spel (in 30 seconden moest je zoveel mogelijk goede passes geven, steeds naar de voetballer waarvan het lampje ging branden) probeerde ik de topscore van een medewerker (18 goede passes) te evenaren. Van hem mocht ik pas het gebouw verlaten wanneer ik een score had van meer dan 15 goede passes (dit was de score waar ik steeds op uitkwam), welke ik na een uur eindelijk had bereikt (18 goede passes). Om 9 uur ’s avonds heb ik de nachtbus naar Durban genomen.

Dag 115 en 116: Durban, Zuid-Afrika

Vanmorgen kwam ik in de vroege ochtend aan in Durban. Na zonsopkomst heb ik hier een minibusje naar de Engelse Markt genomen, van waaruit ik een ander minibusje naar mijn backpacker in Bluff nam. Samen met een Zuid-Koreaan lifte ik er met twee Chilenen naar het Durban Stadion voor de wedstrijd van Nederland tegen Japan. Ook hier was de sfeer voor tijdens, en na de wedstrijd weer goed; de wedstrijd zelf was daarentegen weer minder (Nederland won met 1 – 0, maar Japan was beter). Na afloop van de wedstrijd ben ik met de trein teruggereisd naar Bluff. ’s Avonds ben ik vroeg gaan slapen, omdat ik doodmoe was van de dagen ervoor. De volgende dag wilde ik eigenlijk naar Kestell gaan, maar omdat het al laat was en ik hier niet meer voor het donker met het openbaar vervoer kon komen besloot ik hier toch maar van af te zien. In plaats daarvan besloot ik naar een winkelcentrum te gaan om daar op het internet een aantal zaken te regelen (internet in mijn backpacker was veel te duur). Helaas kwam ook hier weinig van, omdat het internetcafé al om 1 uur sloot. In een telecomwinkel kon in gelukkig wel nog even op het internet. Ik zocht er de telefoonnummers van goedkope accommodatie in Polokwane (Pietersburg) op, maar toen ik deze belde bleek dat alles al vol was; de enige plaats die wel nog plaats had was veel te duur (budgetaccommodatie is in Polokwane, net als in heel Limpopo, schaars). De vrouw die in de telecomwinkel werkte had begrip voor mijn situatie en besloot me te helpen met het vinden van goedkope accommodatie. Via een vriend van haar in Johannesburg regelde ze een slaapplaats bij zijn broer in Polokwane. Omdat deze winkel ook om 3 uur sloot en ik nog tot 10 uur moest wachten op mijn bus naar Johannesburg besloot ik een minibusje naar het centrum te nemen, om van daaruit een ander minibusje naar een backpacker te nemen waar ik gratis of in ieder geval goedkoper dan in mijn backpacker op het internet kon. Toen ik hier aan een politieagent (Sean) vroeg naar een plaats waar ik op het internet kon gaan bleek dat dit vandaag nergens meer mogelijk was en de backpackers waar dit wel mogelijk was waren te ver weg. Hij bood me daarom aan in de container van de politie te wachtten totdat hij klaar was met werken, waarna hij me een lift kon geven naar het busstation. In de tussentijd kreeg ik te eten en te drinken van hem, regelde hij een slaapplaats voor me bij zijn broer in Johannesburg en bood hij me een slaapplaats bij hem thuis aan voor wanneer ik weer terug zou komen naar Durban. Om 10 uur ’s avonds heb ik de nachtbus naar Johannesburg genomen.

Dag 117: Sun City, Zuid-Afrika

In de vroege ochtend kwam ik aan in Johannesburg. Na zonsopkomst heb ik hier een minibusje naar Rustenburg genomen, van waaruit ik een ander minibusje naar Sun City nam. Bij Sun City, de legendarische creatie van ondernemer Sol Kerzer, komt Disneyland in botsing met het oude Egypte in een krankzinnige poging op Vegas te lijken. Gevuld met vergulde beelden van leeuwen en apen, hectaren van kunstmatige stranden, exploderende vulkanen en honderden en honderden rinkelende speelautomaten, dient het geen ander doel dan vermaak. Het beste deel van Sun City was ongetwijfeld Lost City, dat je betreedt over een brug geflankeerd door levensgrote neppe olifanten. Een soort van mega amusementpark in hoogglansstijl, het tuimelt met alle soorten attracties, van een golfslagbad tot waterglijbanen tot gesimuleerde aardbevingen. In principe bestaat het uit de Valley of the Waves, wat een zwembad met een groot golfmakend machine is, een zanderig strand, talrijke waterglijbanen en andere pretparkritjes. In het entertainmentcentrum vind je afzonderlijke casino’s waar je wel en niet mag roken. Gedecoreerd in een jungle thema met dierenmuurschilderingen geschilderd op het plafond van de koepel, huisvest het ook voedselcentra, winkels en bioscopen. In het hart van Lost City is Palace of the Lost City, een hotel dat hallucinaties kan opwekken, maar waar toegang voor iedereen behalve zijn gelukkige – en welvarende – gasten verboden is. Naast Lost City bezocht ik er ook nog The Cascades en het Sun City Hotel en Casino, waar ik voor het eerst in een half jaar weer eens zag hoe een medewerker speelautomaten een touchscreen kalibreerde (ik was het al bijna vergeten). In de middag reisde ik er met minibusjes via dezelfde route terug naar Johannesburg, waar ik door de broer van de politieagent werd opgehaald. In zijn huis in Florida at en dronk in nog wat met hem, waarna ik ben gaan slapen.

Dag 118: Polokwane (Pietersburg), Zuid-Afrika

Vanmorgen heb ik een minibusje naar Park Station genomen, van waaruit ik – na eerst nog een aantal zaken te hebben geregeld – in de middag een ander minibusje naar Polokwane nam. Hier werd ik opgehaald door een jong koppel dat me eerst naar hun huis en daarna naar het Peter Mokaba Stadion bracht. In dit stadion heb ik tijdens Griekenland – Argentinië (Argentinië won met 0 – 2) ’s werelds beste voetballer, Leonel Messi, mogen aanschouwen. Het was leuk om ook eens een ander team dan het Nederlands Elftal te zien voetballen, zeker ook omdat het twee temperamentvolle landen waren die tegen elkaar speelden. De Grieken juichten bij iedere minimale kans en de Argentijnen waren de hele tijd aan het springen. Na de wedstrijd haalde het koppel me weer op bij het stadion en brachten ze me terug naar hun huis.

Dag 119 en 120: Kaapstad, Zuid-Afrika

Vanmiddag heb ik een minibusje naar Pretoria genomen, vanwaar ik om 16.15 uur de nachtbus naar Kaapstad nam. Ik haalde deze bus overigens maar net op tijd, anders was ik niet alleen twee bustickets kwijt (van Pretoria naar Kaapstad en van Kaapstad naar Durban), maar ook mijn ticket voor Kameroen – Nederland en een reeds betaalde overnachting in Kaapstad (in totaal zo’n kleine 200 euro). ’s Nachts was het in de bus behoorlijk afzien, omdat de verwarming in de bus niet aanstond en ik in tegenstelling tot alle andere passagiers geen deken had. Het was er zelfs zo koud dat ik mijn handschoenen om mijn voeten moest doen (ik had al twee paar sokken aan) om mijn bevroren voeten enigszins van afsterven te behoeden. Iedereen was me aan het uitlachen, maar goed ik had het wel wat warmer. De volgende dag kwam ik ’s middags aan in City Bowl in Kaapstad, van waaruit ik een minibusje naar mijn backpacker in Green Point nam. De rest van de middag heb ik het rustig aan gedaan en ’s avonds ben ik naar Kameroen – Nederland geweest. De sfeer rondom en in het Green Point Stadion was veruit het beste van alle vier de wedstrijden waar ik tot nu toe heen ben geweest. Bij de Fan Walk was een optocht, rondom het stadion was van alles te doen bij de stands van de hoofdsponsoren en in het stadion was het geluid dat voortgebracht werd door de duizenden vuvuzela’s overweldigend. De wave werd er ingeluid door met het hele vak op de vloer te trappelen, wat een bijzonder leuke ervaring was. Ook de wedstrijd zelf was boeiend (Nederland won met 2 – 1), ondanks dat ik nog steeds niet het dominante voetbal heb gezien waarop ik vooraf had gehoopt (maar misschien is het ook niet reëel om te verwachten dat ze net zo goed spelen als tijdens de groepsfase op het EK 2008 in Oostenrijk en Zwitserland, want dat waren waarschijnlijk de beste wedstrijden die ik ooit van het Nederlands Elftal zal zien).

Dag 121 t/m 124: Durban, Zuid-Afrika

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik om 6 uur de bus naar Durban had. Hier kwam ik de volgende dag in de morgen aan. Ik nam er weer een minibusje naar de Engelse markt, van waaruit ik weer met een ander minibusje naar mijn backpacker in Bluff ben gegaan. Behalve een wandeling langs Ansteys en Brighton Beach heb ik er de rest van de dag niets meer gedaan. Dit gold eigenlijk ook voor de derde dag. In de middag werd ik door Sean opgehaald, waarna ik met hem tijdens zijn pauze bij zijn oom Duitsland – Engeland ben gaan kijken (wat een wedstrijd overigens!). Na de wedstrijd moest hij nog even terug naar de container van de politie. Terwijl ik aan het wachten was totdat hij klaar was met werken kwam er opeens een Zuid-Afrikaan binnengelopen die van top tot teen onder het bloed zat. Tijdens een ruzie was hij met een mes in zijn nek gestoken. Zijn broertje was in shock, omdat hij de ruzie veroorzaakt had en zijn broer stervende was. Ik was erg onder de indruk van wat ik zag, maar Sean bleef er opvallend kalm onder. Even later vertelde hij me dat hij dit in het gebied waar hij werkt, Warwick Triangle (één van de gevaarlijkste gebieden in Durban), iedere dag wel meemaakt. ‘s Avonds heb ik samen met hem en zijn vrouw Argentinië – Mexico gekeken. De laatste dag hebben de vrouw van Sean en haar broer me Durban laten zien. Durban is als een rijpende adolescent die steeds verandert en stappen neemt om meer verfijnd te zijn. Er is meer aan haar dan het oog kan zien nu ze vaak wordt overgeslagen (onterecht) voor haar ‘koelere’ tegenhangers, zoals Kaapstad. Durban is Zuid-Afrika’s op twee na grootste stad (bekend als eThekweni in Zulu) en heeft stijlvolle café’s, goede winkelgelegenheden en culturele geschenken, waarvan de meeste geclusterd zijn in modieuze gebieden binnen de buitenwijken. Durban claimt het land zijn sporthoofdstad te zijn. Dankzij zijn knappe nieuwe stadion (speciaal gebouwd voor het WK 2010) en een omhulsel van botergeel zand is het een prachtige stad voor sporttoeschouwers en outdoorenthousiastelingen. Ondanks voortdurende inspanningen het stadscentrum te verbeteren – inclusief de strandboulevard en zijn multikilometer rek van plakkerige hoogbouwhotels en snackbars – verliest het centrum zijn glinstering wanneer de zon ondergaat. Gedurende de dag blijft de kuststrook voor strandliefhebbers echter een stadshandelsmerk voor activiteiten (het populaire uShaka Marine World en casino zijn één van de plezierigste gebieden). Ten westen van de stad is veel verborgen in de mooie, schaduwrijke straten van de verfijnde buitenwijken die gezamenlijk bekend zijn als Berea (inclusief Morningside, Essenwood en Musgrave), waar er een overvloed is aan accommodatie-opties, funky bars, stijlvolle eetgelegenheden en bovenlaagse Durbanieten. Hier zijn ook uitstekende musea en gallerijen. Ten noorden is Durban Noord, een duurdere residentiële buitenwijk bestipt met guesthouses. Durban staat bekend om zijn mix van kleuren en geloofsbelijdenissen. Het zanderige stadscentrum, bepeperd met enkele grandioze koloniale gebouwen en fascinerende art deco architectuur klopt als een kenmerkende Afrikaanse beat. Durban is ook thuis aan de grootste concentratie mensen van Indiase komaf in het land, met marktplaatsen en straten van het Indiase gebied wemelend met de bezienswaardigheden, geluiden en geuren van het subcontinent. We bezochten de Botanische Tuinen en verder lieten ze me het stadscentrum, Berea en omgeving en de Margaret Mncadi Avenue (Victoria Embankment) zien. Bij het stadion probeerde ik nog een kaartje te bemachtigen voor Nederland – Slowakije, maar deze waren helaas allen categorie 1 en dus te duur. Ik besloot daarom de wedstrijd maar op het Fan Fest te gaan bekijken. Samen met wat andere Nederlanders (ik werd er ook nog geïnterviewd voor de radio) zag ik er hoe Nederland met 2 – 1 won. Ik had het Fan Fest overigens wel wat drukker verwacht, maar misschien was de lage opkomst ook wel aan het weer te wijten. Er joeg namelijk een harde wind, waardoor het bier de hele tijd uit mijn glas waaide en ik na 90 minuten volledig onder het zand zat (het Fan Fest was gesitueerd bij het casino aan het strand). Na de wedstrijd werd ik door Sean opgehaald en heb ik bij hem thuis met zijn familie en vrienden nog wat gegeten en gedronken. ’s Avonds hebben we Brazilië – Chili gekeken.

Dag 125 en 126: Coffee Bay, Zuid-Afrika

Vanmorgen ben ik vroeg opgestaan, omdat ik om 6.45 uur de bus naar Umtata had. Hier kwam ik in de middag aan, waarna het shuttlebusje van mijn backpacker me ophaalde en me naar mijn backpacker in Coffee Bay bracht. Niemand weet zeker hoe het kleine Coffee Bay aan zijn naam is gekomen, maar er is een theorie dat een schip, dat hier schipbreuk leed in 1863, zijn vracht van koffiebonen stortte op het strand. Dit ooit afgelegen gehucht is deze dagen een backpacker’s mekka, met twee drukke hostels en een paar wat duurdere hotels dringend voor ruimte in het stadscentrum. Ertussenin hangen een paar hoopvolle locals die proberen dagga (marijuana), curiosa en dagtrips te verkopen. Coffee Bay zelf is een vrij sjofele plaats, maar het omgevende landschap is dramatisch, met een mooi kilometerslang strand gesitueerd voor torenhoge klippen. ’s Avonds ben ik vroeg gaan slapen, omdat ik doodmoe was van de dagen ervoor. De volgende dag ben ik met een gids naar Hole in the Wall, een rotsformatie gekenmerkt door een indrukwekkend natuurlijk gat dat door de klippen is gesneden door het beuken van de oceaan, gewandeld. Dit was misschien wel de spectaculairste wandeling die ik ooit in mijn leven heb gemaakt nu ik gedurende de hele tocht fantastische uitzichten had op ruwe klippen die zich in zee werpen, afgelegen zanderige stranden en plattelandsdorpjes. Ook de flora en fauna was spectaculair. ’s Avonds heb ik bij een Xhosa-familie in een dorpje nabij Coffee Bay overnacht. Terwijl ik wat met hun kinderen speelde bereidde de familie een Xhosa maaltijd voor me. Na het avondeten ben ik er – nu er geen elektriciteit was – vrijwel direct gaan slapen (het vroegste sinds jaren). Ik sliep er op een matras op de grond in hun rondavel (ronde hut), wat een bijzondere ervaring was!

Foto’s

6 Reacties

  1. Beni:
    3 juli 2010
    Ha Roy,

    Ik heb je al eerder een reactie gegeven, raar k zie hem niet meer terug. Hong-Kong wat een sim-city stad! Man... je reis klinkt echt mega indrukwekkend, ik denk echt dat je ervaringen rijker bent waar iedereen jaloers op is. Alleen al de foto's.. echt dope. Trouwens als ik al die beaches zie in south africa... Ben je nog niet aant surfen, zo te zien komen daar een aantal aardige golven binnen. Maareh we zitten gewoon in de fckin halve finale en hebben Brazilië druit gemieterd. Nederland wordt gek, nu halve finale tegen Uruguay. Mss maak je wel Nederlandse voetbalgeschiedenis mee in zuid-afrika, zou wel toepasselijk zijn gezien de geschiedenis. Anyway ik wens je echt nog een mega trip. ik zal snel weer reageren.

    Groeten Beni.

    p.s hoop dat dit berichtje wel doorkomt anders stuur ik je wel iets via facebook. laters !!
  2. Gerlachertjes:
    4 juli 2010
    He Roy

    Ik heb je verhaal gelezen. Ik had er geen benul van dat het daar nu zo koud is. Had voor jou beter een oranje pruik en sjaal mee kunnen geven i.p.v. die slippers. Zie dat je toch een jas hebt moeten kopen? Om sommige foto's zie ik dat toch nog behoorlijk wat lege plaatsen zijn de de stadiums; begrijp dan niet dat ze de kaartjes zo duur zijn vlak van tevoren. Wat een mooie gebouwen op die foto's. Ben voorzichtig en niet te overmoedig (vooral met liften etc. ).

    Tot gauw!
  3. Andere Coen:
    4 juli 2010
    Hoi Roy,ik volg geregeld je berichtgeving.....geweldig hoe je alles zo mooi beschrijft,ik maak mij steeds een beeld wat je allemaal beleeft.
    groetjes en behouden reis.
  4. olmo:
    4 juli 2010
    Ey frodo!! Je blog ziet er weer goed uit. Heb wel het idee dat afrika meer het echte backpacken is! Egt te gek dat je gewoon bij ned-braz bent geweest. Wij hebben hier op het moment ook niks te klagen. Ga de komende week in brussel werken in de winkel. Zal daar ook moeten gaan overnachten. Mja geld verdienen want ik kan het goed gebruiken. Mattie hou je rustig! En we skypen! Later homie gr van iedereen hier!!

    Ollie !!
  5. martina:
    5 juli 2010
    hey roy!
    Wat een verhalen weer he.. Vind het maar eng daar in afrika haha
    wel echt super dat je daar nederland kunt zien!
    Spanje moet nu tegen duitsland en als ze daarvan winnen en nl ook van uruguay, komen ze tegen elkaar in de finale! Dat zou wat zijn he!
    Have fun in africa!

    Xx mar
  6. Sijben:
    9 juli 2010
    he roy,
    Leuke blog wederom, avontuurlijk vooral met alle overnachtingen bij vreemde. Mooi ook dat die mensen daar zo gastvrij zijn, zal je in Nederland niet zo snel meemaken. Nederland inmiddels door naar de Finale, wat een gekke huis hé. Heb je nog kaartjes gekocht voor de finale toch net te duur?? Lijkt me super vet om zo het WK te mogen beleven!Fingers crossed voor zondag!Fijne trip verder.
    Ike